DEN HAAG – Koning Willem-Alexander heeft met het aanstellen van Jan Versteeg als nieuwe grootmeester zijn hofhouding in minder dan twee jaar tijd bijna geheel vernieuwd. Hij heeft daarbij gebruikgemaakt van het rotatiesysteem dat zijn moeder koningin Beatrix bij haar aantreden in 1980 introduceerde.
Ministeries lenen ambtenaren of diplomaten uit aan het hof en na een aantal jaren keren ze terug; de diplomaten vaak als ambassadeur op een aantrekkelijke of uitdagende post. Op die manier wordt voorkomen dat de hofhouding vastroest. Er is een natuurlijke doorstroming, met nieuwe mensen en nieuwe ideeën. Hetzelfde geldt voor de adjudanten die Defensie een aantal jaren beschikbaar stelt.
Versteeg is in feite het sluitstuk in het banencarrousel. Hij vervangt vanaf 1 juli de als ambassadeur naar Wenen vertrekkende Marco Hennis, die sinds 2008 de hoogste baas van de hofhouding was. Hennis is op stalmeester Bert Wassenaar en archiefdirecteur Flip Maarschalkerweerd na de langst dienende aan het hof.
Bezetting
Vorig jaar nam grootmeesteres Martine van Loon-Labouchère al afscheid. Anders dan de functie van grootmeester was haar werk onbezoldigd, al kon ze de onkosten wel declareren. Een nieuwe ceremoniemeester kreeg de koning al meteen bij zijn aantreden en kort daarna werd ook de bezetting op het secretariaat veranderd, waarbij Eric Verwaal doorschoof naar de post van algemeen secretaris.
Koningin Beatrix had overigens in de laatste jaren van haar regeringstijd haar zoon en beoogd opvolger al een stem gegeven bij het aannemen van nieuwe mensen in de hofhouding. Ze keek al vooruit naar haar eigen aftreden en wilde dat hij in een geoliede organisatie terecht kwam, met een team dat ook het zijne was. Het rotatiesysteem zou daarna de rest doen en op termijn voor hofhouding zorgen die geheel het stempel van Willem-Alexander draagt.