SHANGHAI – Koning Willem-Alexander heeft in een toespraak op de Chinese bestuursacademie in Shanghai het belang benadrukt van de ‘constructieve dialoog over mensenrechten’.
“Het is belangrijk dat die dialoog wordt voortgezet. We kunnen over dit onderwerp van mening verschillen, maar vrienden moeten geen onderwerpen vermijden waarover ze het niet altijd eens zijn”, zei de koning in de China Executive Leadership Academy Pudong (CELAP). Op deze academie krijgen hogere ambtenaren en de top van het bedrijfsleven trainingen gericht op maatschappelijke vooruitging en economische ontwikkeling.
De koning voerde het woord over goede bestuurspraktijken, waarbij hij vergelijkingen maakte tussen de eeuwenoude Chinese bestuurscultuur en de Nederlandse aanpak. “We weten dat China een hoog ontwikkelde traditie heeft voor publiek bestuur. Duizenden jaren lang werden er strenge voorwaarden gesteld aan uw leiders. De nadruk lag op het vinden van de juiste mensen en de best mogelijke opleiding”, aldus Willem-Alexander.
Kracht
De koning legde uit waar de kracht van Nederland vandaan kwam. In Nederland luistert het bestuur naar de burgers, en bouwt verder op initiatieven die in de maatschappij worden genomen. We noemen dat wel een participatiemaatschappij. “Dat versterkt het fundament onder alle bestuursniveaus.” Van belang is ook samenhang, het wegen van alle belangen bij stedelijke ontwikkeling bijvoorbeeld. Dat zorgt ervoor dat beslissingen langer duren dan in China, gaf Willem-Alexander toe. “Veel langer dan u gewend bent. Maar de tijd die je kwijt bent aan overleg wordt meer dan goed gemaakt in stabiliteit en duurzaamheid.”
Een derde essentieel element van de Nederlandse bestuurscultuur was respect voor de rechtsinstellingen. “Onafhankelijke rechtbanken bijvoorbeeld, en onafhankelijke inspecties. Zij zijn de garantie dat mensen eerlijk en in overeenstemming met de wet worden behandeld. Dat mensenrechten worden gerespecteerd en dat ambtenaren hun integriteit behouden”, zei Willem-Alexander. Ook China streefde daarnaar, en de grote uitdagingen waarvoor beide landen stonden maakte het logisch om samen te werken, aldus de koning. Dat over zaken verschillend werd gedacht, mocht daarbij geen belemmering zijn.