Koning Willem-Alexander heeft woensdag stilgestaan bij kloosters die het door de coronacrisis zwaar hebben. De vorst bouwde in zijn korte toespraak tijdens de opening van het Jaar van het Brabantse Kloosterleven een momentje in om daaraan te denken.
Willem-Alexander sloot woensdag digitaal aan bij een live-uitzending die plaatsvond in het klooster Sint Agatha in Cuijk. Daar kwamen verschillende kloosterlingen aan het woord en werd gesproken over de geschiedenis van het Brabantse kloosterleven. De koning kwam pas aan het einde aan het woord, maar luisterde eerder al op de achtergrond mee. “Ik heb met veel interesse als historicus geluisterd”, zei hij.
De koning zei te denken aan alle kloosters die zwaar zijn getroffen door de crisis. “In deze tijd merken we dat de behoefte aan plekken voor reflectie en bezinning groeit en kloosters voorzien in die behoefte.”
In het licht
Het jaar werd geopend door een kaars aan te steken om het Mauritsraam, dat jarenlang deel uitmaakte van de collectie van het Rijksmuseum en weer terug in de kerk geplaatst is, in het licht te zetten. “Ik hoop dat het een prachtig jaar van het kloosterleven wordt”, zei de koning voorafgaand aan de openingshandeling.
Het kloosterjaar wordt gevierd omdat vier kloosterorden dit jaar hun jubileum vieren. De orde van Norbertijnen in de Abdij van Berne bestaat het langst, deze werd namelijk 900 jaar geleden in 1121 al opgericht. De Norbertinessen van Sint-Catharinadal viert het 750-jarig bestaan, terwijl de Kruisheren in klooster Sint Agatha hun 650-jarig jubileum vieren.