AMSTERDAM – Joodse leerlingen van de Nieuwe Baarnsche School, die in 1951 in de klas zouden komen bij de prinsessen Irene en Margriet, zijn door de basisschool in een parallelklas geplaatst. Dat kwam niet door toedoen van toenmalig koningin Juliana en prins Bernhard, maar gebeurde op aandringen van ‘een bepaalde kring van Baarnse ingezetenen’.
Dat schrijft historicus en onderzoeker Bart Wallet vrijdag in het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW).
De ouders van de joodse kinderen waren ontzet en zochten hulp bij de vooraanstaande joodse notaris Eduard Spier, die ook voorzitter was van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap. Die organisatie liet uitzoeken of het apart zetten van joodse leerlingen te maken had met inmenging door de Oranjes, wat niet zo bleek te zijn. “Het hof wist ervan, maar wilde zich er kennelijk verder niet in mengen”, aldus Wallet.
De Nieuwe Baarnsche School (waar ook koning Willem-Alexander op heeft gezeten) wilde niet op het verhaal reageren, schrijft het NIW.