De Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OPCW) staat in Syrië voor een van de grootste uitdagingen in haar bestaan. Dat zei directeur-generaal Ahmet Üzümcü woensdagmorgen in de Ridderzaal in Den Haag bij de viering van de twintigste verjaardag van de instelling die toezicht houdt op het vernietigen van chemische wapens.
Bij de bijeenkomst waren koning Willem-Alexander en de Zweedse kroonprinses Victoria aanwezig. oning Willem-Alexander onthulde aan het einde van de plechtigheid samen met Üzümcü een plaquette ter ere van het jubileum.
Het recente gebruik van chemische wapens bij de strijd in Syrië herinnerde er aan dat het werk van de OPCW niet klaar is. VN-secretaris-generaal António Guterres zei in een videoboodschap dat alles moet worden gedaan om herhaling te voorkomen en de daders van de gifgasaanval te straffen. “Chemische wapens zijn nog steeds een gevaar”, zei demissionair minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken. Volgens hem is het onrealistisch te denken dat er ooit een einde komt aan het werk van de OPCW. “Zo lang er oorlogen en conflicten zijn en chemische industrie bestaat, is de OPCW noodzakelijk”, aldus de bewindsman.
De OPCW sinds 1997 toezicht op het dat jaar van kracht geworden Verdrag Chemische Wapens (CWC), dat op vier na – Egypte, Israël, Noord-Korea en Zuid-Soedan – alle lidstaten van de Verenigde Naties is onderschreven. Directeur-generaal Üzümcü deed een klemmend beroep op de vier achterblijvers niet langer te aarzelen, het verdrag te ratificeren en zich bij de OPCW aan te sluiten. “Iedereen op de wereld moet in vrijheid kunnen ademen zonder de angst vergiftigd te kunnen worden”, meende voorzitter Christoph Israng namens de conferentie van verdragsstaten.