DEN HAAG – Koning Willem-Alexander en koningin Máxima gaan eind oktober op staatsbezoek naar Japan. Het is het tweede staatsbezoek van dit jaar en het tweede van het nieuwe koningspaar. Aansluitend wordt een staatsbezoek gebracht aan Zuid-Korea, zo is vrijdag in Den Haag bekendgemaakt. Het is voor het eerst dat een Nederlands staatshoofd daar op bezoek gaat. Gelijk met het koninklijk bezoek zijn er handelsmissies naar Japan en Zuid-Korea, onder leiding van minister Henk Kamp van Economische Zaken.
Japan en Zuid-Korea zijn voor Willem-Alexander geen onbekend terrein. De afgelopen jaren is de koning in zijn functie als voorzitter van de VN-adviesgroep voor water en sanitatie in beide landen geweest. Ook heeft hij in zowel Japan als Zuid-Korea de Nederlandse dag op daar gehouden expo’s bezocht. Willem-Alexander vergezelde zijn moeder koningin Beatrix in 1991 al tijdens haar staatsbezoek aan Japan, het eerste van een Nederlands staatshoofd. Keizer Akihito was toen net zijn vader Hirohito opgevolgd, waardoor een visite mogelijk was. Het koningspaar onderhoudt goede banden met de keizerlijke familie. Het Japanse kroonprinselijk paar was vorig jaar aanwezig bij de inhuldiging van Willem-Alexander.
Eerder dit jaar was de Zuid-Koreaanse president Park Geun-hye voor een officieel bezoek in Nederland, onder meer vanwege de topconferentie over nucleaire veiligheid. Bij de ontvangst op Paleis Noordeinde keek de koning alvast vooruit naar het staatsbezoek. “Wij hopen op verdere verdieping van de samenwerking, bijvoorbeeld op het gebied van hightechsystemen, duurzame energie, watermanagement en landbouw”, zei hij in zijn tafelrede. “Waartoe Koreaans-Nederlandse samenwerking kan leiden, bewezen het Korea National Football Team en de Nederlandse voetbalcoach Guus Hiddink in 2002. Ik ben ervan overtuigd dat er – op vele terreinen – nog veel gezamenlijke successen zullen volgen.”
