Ook de koning heeft vrienden nodig. Maar anders dan bij de meeste ‘gewone’ vriendschappen speelt discretie een belangrijke rol. De vrienden van Willem-Alexander blijven dan ook op de achtergrond en zullen nooit uit de school klappen. Wel zijn ze soms even te zien, bij een doop of een huwelijk, om vervolgens weer in de anonimiteit te verdwijnen. De koning kan altijd terecht bij zijn vrienden, die bovendien kritisch meekijken: ‘In deze functie met ja-knikkers is dat essentieel.’
‘Er schijnt hier ook een kroonprins rond te lopen. Weet jij wie dat is?’ De vraag wordt gesteld door de Keniaan Joshua, die net als Willem-Alexander studeert aan het Atlantic College in Wales. Ze zijn tieners en kennen elkaar al een paar maanden. ‘Dat zijn leuke dingen’, vertelt Willem-Alexander over dit gesprek. ‘Dan weet je gewoon dat het om je persoonlijkheid gaat en niet om wie je bent.’ Hoewel Joshua waarschijnlijk heel goed wist wat de achtergrond van zijn Nederlandse vriend was, geeft de reactie van Willem-Alexander precies aan waar de moeilijkheid ligt bij zijn vriendschappen: gaat het om hemzelf of om zijn status? Willem-Alexander is zuinig op zijn vriendschappen. Door de jaren heen heeft hij een groep mensen om zich heen verzameld die hij in vertrouwen kan nemen en met wie hij over alles kan praten. Er zijn collega-royals, zoals de Deense kroonprins Frederik, de Noorse kroonprins Haakon en de Spaanse koning Felipe, leden van de Duitse adel, maar ook vrienden uit Nederland. Met en zonder blauw bloed. De vrienden van de koning zijn adviseur, consultant of bankier. Net als Willem-Alexander moeten ze de balans zoeken tussen een drukke baan en een gezinsleven. Bij het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima zijn drie vrienden van de prins getuige: Marc ter Haar, jonkheer Frans de Beaufort en Tijo baron Collot d’Escury. De zoon van Marc, Floris, is bruidsjonker. Net als Alexandre, een zoon van een andere vriend van Willem-Alexander, de Vlaming Antoine Friling. Het zijn deze namen die op hoogtijdagen in het leven Willem-Alexander steeds terugkeren. In een interview uit 1997 vertelt Willem-Alexander dat hij zijn vrienden zelf heeft uitgekozen. Anders zouden het ook geen echte vrienden zijn, legt hij uit. En dat begint, net als bij de meeste mensen, tijdens zijn schooltijd. Een van zijn beste vrienden, Tijo baron Collot d’Escury, leert hij kennen op de kleuterschool. Vervolgens gaan Willem-Alexander en Tijo allebei naar de Nieuwe Baarnse School en beginnen ze de middelbare school op het Baarnsch Lyceum. Als Willem-Alexander in 1981 verhuist naar Den Haag, blijft Tijo in Baarn.
Weekendjes weg
Van 1983 tot 1985 zit Willem-Alexander op een internationale kostschool in Wales. Hier ontmoet hij jongeren van over de hele wereld. Een van zijn beste vrienden is de eerdergenoemde Keniaan Joshua, maar ook met de Spaanse Pedro, een Italiaanse jongen en drie meisjes uit Denemarken, Nederland en Peru kan hij het goed vinden. Met Joshua maakt hij verschillende uitstapjes. Naar Londen, maar ook naar Scheveningen. Als een Haagse vriend van de prins een vervelende opmerking maakt over de huidskleur van Joshua verbreekt Willem-Alexander het contact. Terug in Nederland blijkt dat de vriendschap met Tijo niet geleden heeft onder het buitenlandse verblijf van de prins. Willem Alexander is in 1996 getuige op het huwelijk, in Hoge Vuursche, van zijn oude schoolvriend met jonkvrouwe Hermance Hooft Graafland. Tijo heeft een drukke baan, hij is lid van het Global Executive Committee van het adviesbureau Roland Berger, maar de weekenden probeert hij te reserveren voor zijn vrouw en kinderen. Tijo is ook bestuurslid van de Roosevelt Foundation die jaarlijks de Four Freedoms Awards uitreikt; een ceremonie waarbij de koninklijke familie altijd goed vertegenwoordigd is. Bij de doop van prinses Ariane is Tijo een van de peetouders. Hij wenst Ariane de kracht toe om loyaal te blijven aan haarzelf en daarbij oog te hebben voor haar medemens en mede het geluk te kunnen halen uit de kleine dingen. Een andere getuige op het huwelijk van Tijo, Frans de Beaufort, kent de koning ook al jaren. De banden van de Oranjes met de familie van Frans dateren al van voor de geboorten van Willem-Alexander en Frans. De moeder van Frans, Cornélie Sickinghe, was gouvernante van prinses Beatrix op Paleis Soestdijk. In 1953 zijn Beatrix en Irene bruidsmeisjes bij het huwelijk van Cornélie met de burgemeester van Markelo, A.J. de Beaufort. Frans wordt twee weken na het overlijden van zijn vader geboren, in februari 1966. Vier jaar later is Cornelie peetmoeder bij de doop van prins Constantijn. In 1997 is Willem-Alexander ceremoniemeester op het huwelijk van Frans met Suzanne Buchwaldt. Een van zijn taken is het versieren van de route waarlangs het bruidspaar naar het gemeentehuis van Markelo rijdt. De Beaufort is de peetvader van prinses Alexia en in de Dorpskerk van Wassenaar spreekt hij haar kort toe: ‘Alexia, wees en blijf jezelf. Ik wens je voldoende fantasie om te dromen, en humor en oprechte vriendschap voor de werkelijkheid.’ Sinds 2014 is hij evenals prinses Beatrix lid van het College van Toezicht Uitoefening gezag minderjarige koning. Dat betekent dat, mocht Willem-Alexander komen te overlijden voordat Amalia achttien jaar is, hij koningin Máxima zal bijstaan bij het uitoefenen van het ouderlijk gezag.
Ook tijdens zijn studietijd in Leiden maakt Willem-Alexander vrienden. Met een paar studenten woont hij in een pand aan het Rapenburg. Het zijn mensen met wie hij nog jaren na zijn afstuderen weekendjes weggaat. De prins wordt lid van het Leids Studenten Corps Minerva, maar heel actief in het verenigingsleven is hij niet, hij vindt het prettiger om in kleiner verband af te spreken. ‘Dat eten met clubgenoten is eigenlijk het leukste van alles’, vertelt Willem-Alexander na zijn afstuderen aan een Leids studentenblad. Een van die jaarclubgenoten is Marc ter Haar. Marc studeert Russische studies, loopt stage bij Shell en werkt tegenwoordig bij het accountantsbureau Ernst & Young. Ter Haar is tussen 2012 en 2016 voorzitter van de Stichting Amsterdam City Swim, die geld ophaalt voor onderzoek naar de ziekte ALS. In 2012 vraagt hij koningin Máxima om mee te zwemmen. ‘Máxima reageerde direct enthousiast, om dezelfde reden dat andere deelnemers meededen. Omdat het heerlijk is je in te zetten voor iets goeds’, vertelt Ter Haar. Bij de doop van prinses Amalia is Marc een van de peetouders. ‘Ik wens je optimisme, zelfvertrouwen en vriendschap. Vriendschap verdubbelt je vreugde en verdeelt je verdriet’, geeft hij het prinsesje mee.
Een andere vriend van de koning is de Belgische bankier Antoine Friling. Ook deze vriendschap gaat al jaren terug. Met Antoine deelt de koning de liefde voor Afrika. Net als Willem-Alexander en Máxima kopen Antoine en zijn vrouw Nikki een stuk grond in Mozambique met als doel er een vakantiehuis te bouwen. Sinds 2013 doneren Antoine en Nikki grote geldbedragen aan de Stichting Peace Parks, die grote natuurgebieden in het zuiden van Afrika beschermt en onderhoudt. Bij de doop van Ariane is Antoine een van de peetvaders. Hij geeft Ariane de volgende wens mee: ‘Lieve Ariane, moge je familie met hun onvoorwaardelijke liefde en eenheid een voorbeeld en toeverlaat zijn op jouw levenspad. Om een eerlijk en goed mens te worden die in de kunst van het geven de werkelijke waarde van het leven zal vinden.’
Vriendengroepen
Al jaren is de koning lid van een gezelschap met de illustere naam De Mosselmannen. Een gezelschap dat genoemd is naar het gerecht dat bij hun bijeenkomsten vaak op het menu staat. Er zitten vrienden bij uit Baarn, maar bijvoorbeeld ook vrienden die Willem-Alexander in Leiden heeft leren kennen. Tijo Collot d’Escury is een Mosselman. Rhoderick van der Wijck ook. Deze laatste trouwt in 2002 met Emily Bremers, een ex-vriendin van Willem-Alexander. Inmiddels is het paar weer gescheiden. De bijeenkomsten van de Mosselmannen zijn belangrijk voor de koning en hij doet er alles aan om bij de etentjes aanwezig te zijn. Wat bij deze gelegenheden wordt besproken, blijft geheim. De Mosselmannen behoren tot de intieme vrienden van de koning, maar zijn zo gesloten als een oester over hun vriendschap met het staatshoofd. Naast de Mosselmannen is Willem-Alexander nog lid van een andere vriendengroep, De bende van twaalf. Deze is ontstaan uit een groepje Leidse studenten dat met elkaar over het leven en over het geloof spreekt onder leiding van dominee Carel ter Linden. Elke maand eten de deelnemers met elkaar en spreken ze over verschillende thema’s: christendom, islam, leven en dood, kunst. Er worden gastsprekers uitgenodigd en de vrienden gaan met elkaar op stap. Bijvoorbeeld naar Kasteel Bergh, maar ook naar het buitenland: Israël en Rome. De data voor de bijeenkomsten worden in verband met de volle agenda’s van de deelnemers al lang van tevoren vastgelegd. Op een avond komt de prins tot verrassing van de deelnemers in soldatenpak aanzetten. Hij is net terug van een bezoek aan de Nederlandse troepen in Eritrea en is gelijk doorgereisd naar de gesprekgroep.
Voor Willem-Alexander, die als koning altijd voorzichtig met zijn mening moet omgaan, vormen de vriendengroepen een veilige omgeving, waar hij in een sfeer van vertrouwen zijn ideeën kan lanceren en bijschaven. En waar hij openstaat voor kritiek. In zijn eerste televisie-interview in 1993 spreekt Willem-Alexander over zijn vrienden: ‘Ik denk dat het ook heel belangrijk is in de toekomstige functie om een paar heel echte vrienden te hebben die altijd eerlijk tegen je zijn, die kritisch aan de buitenkant mee staan te kijken. In deze functie met veel ja-knikkers om je heen, is dat het essentiële van een vriendschap. Ik heb vrienden die ik dag en nacht kan opbellen. Wederzijds.’