Johan Vlemmix en Oscar Meijer staan ieder jaar vol enthousiasme aan de zijlijn van Prinsjesdag om de koninklijke familie te begroeten. Oscar heeft sinds 1981 geen dag gemist, Johan zo’n twintig jaar al niet. Dit jaar is het echter anders: door het coronavirus wordt het publiek gevraagd om thuis te blijven. Oscar brengt dinsdag dus voor de televisie door, Johan gaat toch naar Den Haag, vertellen ze aan het ANP.
“Ik ga een reportage maken over Prinsjesdag nu er niemand in de stad is”, vertelt Johan. “Het is dus ook een beetje werk-technisch, maar ik vind het stiekem wel leuk dat ik er toch bij ben.” Met een miniatuur-Gouden Koets rijdt hij door de hofstad, om zo te zien hoe mensen de dag beleven. “Het zal anders zijn, want we gaan niemand van de familie zien, ben ik bang. Maar ik ken ondertussen veel mensen, dus ik zal veel bekenden tegenkomen, wat het toch gezellig maakt.”
Oscar vindt het onbegrijpelijk dat mensen toch naar Den Haag gaan, ondanks het dringende verzoek om thuis te blijven. “Natuurlijk, ik realiseer me ook dat ik vandaag al met mijn koffertje en oranje trui heerlijk in Den Haag in mijn hotel zou zitten”, vertelt hij weemoedig. “Naar het Prinsjesdagontbijt, de ridderzaal bekijken, oefeningen bijwonen. Het is voor mij echt een vakantie. Natuurlijk baal ik ervan, maar als ik het afzet tegen het groter geheel, corona, zeg ik: ‘niet zeuren, schouders eronder’.”
Gouden koets
Volgens Oscar is het een offer om dit jaar koning Willem-Alexander en Máxima niet te zien. “Maar we hebben dit jaar 75 jaar bevrijding gehad, dat zou heel groot gevierd gaan worden. Voor die veteranen is het een stuk erger dat ze dat hebben moeten missen. Ik kan me er wel mee leven, het is het enige juiste om te doen.”
Ook zal de Gouden koets dit jaar voor het eerst niet rijden, iets waar Johan geen seconde wakker van kan liggen. “Hij is mooi, maar in een museum staat ‘ie ook goed. Ga lekker met de tijd mee, in een gave sportwagen naar de ridderzaal, een Lamborghini of zo. Sterker nog, nu ik het zo zeg, ik ga de koninklijke familie een brief schrijven om het voor te stellen!”