DEN HAAG – De 200e verjaardag van de Nederlandse Grondwet is zaterdag in het zonovergoten Den Haag massaal gevierd. Volgens de organisatoren van het Grondwet Festival zijn de tientallen activiteiten en opengestelde gebouwen door meer dan 65.000 mensen bezocht, veel meer dan verwacht. ”Het is geweldig”, aldus burgemeester Jozias van Aartsen, die het mooie weer ook een aandeel gaf in de grote belangstelling.
Koning Willem-Alexander trok twee uur uit voor een bezoek aan het festival. Hij bekeek in het Kabinet van de Koning het originele exemplaar van de op 29 maart 1814 aangenomen Grondwet. Daarna probeerde hij zich een weg te banen over het Lange Voorhout, waar verschillende onderdelen van de Grondwet werden uitgelicht en uitgebeeld.
Het was voor Willem-Alexander soms moeilijk de presentaties te zien, omdat er zoveel mensen stonden die met hun telefoon een foto van hem wilden maken. Het was hectisch, zo vond de koning. ”We hebben ons bij deze activiteiten vooral gericht op families met kinderen”, aldus Ank Bijleveld, de voorzitter van het Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk dat de festiviteiten organiseerde. Die kregen alle ruimte om dicht bij de koning te komen.
Nieuwsgierigen
Tussen de nieuwsgierigen door liepen ook actievoerders van GroenLinks met knalrode T-shirts met aan de ene kant artikel 1 over gelijke behandeling van iedereen uit de Grondwet en aan de andere kant het opschrift ‘Ik ben een Marokkaan’. Ze hadden als groep willen optreden, maar kregen daarvoor geen toestemming.
De koning woonde ook een toneelstukje bij waarin het conflict werd uitgebeeld tussen Gijsbert Karel van Hogendorp, geestelijk vader van de Grondwet, en koning Willem I. Beide grondleggers van het koninkrijk lagen elkaar niet en dat werd in het voormalige woonhuis van Van Hogendorp – nu een bankgebouw – goed naar voren gebracht. Tot slot van zijn rondgang luisterde Willem-Alexander in de Haagse raadszaal naar een jongerendebat.
Voor de gebouwen en instellingen die zaterdag hun deuren openden, zoals het Catshuis en de Trêveszaal aan het Binnenhof, vormden zich al vroeg lange rijen. De wachttijd voor de ambtswoning van de minister-president was halverwege de dag opgelopen tot meer dan 2 uur. “We proberen zoveel mogelijk van deze bijzondere plekken te laten zien”, aldus Van Aartsen, die alleen de deuren van paleis Noordeinde niet open kreeg.
