Een paleis als thuis, omringd door personeel en ouders die veel weg waren: doorsnee kan de jeugd van prinses Beatrix en haar zussen niet genoemd worden. ‘Het gevoel anders te zijn dan anderen was er al heel vroeg’, bevestigde jongste zus Christina ooit. Toch waren die gezamenlijke jaren op Soestdijk vooral ‘een periode van warmte, plezier en gezelligheid’, waarin de basis werd gelegd voor een warme zussenband.
Tekst: Anne Elzinga. Dit verhaal verscheen eerder in Vorsten 14, 2023.De band tussen zusssen spreekt tot de verbeelding. Zelfs als ze geen biologische band hebben, zoals blijkt uit het immense succes van Lucinda Riley’s Zeven zussen-reeks. Zijn de zussen ook nog eens prinsessen, dan is het sprookje compleet. De relatie met je zus of broer is meestal een van de langste verbintenissen in je leven. Terwijl je ze niet eens zelf kiest: je krijgt ze, met dank aan je ouders. Zij zijn je speelkameraadje, voorbeeld, boksbal en lotgenoot. Van hen leer je ruziemaken – en hoe je dat weer bijlegt –, omgaan met jaloezie en concurrentie, voor jezelf opkomen en grenzen aangeven. Zij kunnen je bovendien ongenadig de waarheid vertellen én je tips geven over onderwerpen waar je met ‘vreemden’ liever niet over praat. De zussenband is door experts wel eens vergeleken met een huwelijk: ook zussen zijn sterk aan elkaar verbonden, kunnen elkaar troosten maar ook diep teleurstellen en kwetsen. Anders dan van een partner kun je echter van je zus niet scheiden: je deelt voor altijd dezelfde jeugd en dezelfde ouders. Dat is voor koninklijke zussen hetzelfde als voor andere zussen. Maar helemaal hetzelfde is het toch niet. De Oranje-zussen groeiden op in een paleis, hun moeder was koningin en een van hen zou dat later ook worden. We zagen en zien ze regelmatig in het openbaar, maar hebben geen idee hoe het er achter de paleisdeuren aan toegaat. In de buitenwereld spelen ze hun rol, in hun vorstelijke woning kunnen ze helemaal zichzelf zijn. Alleen hun ouders en zussen weten hoe ze echt zijn – met hun goede én slechte eigenschappen. Margriet voelde zich naar eigen zeggen dan ook het veiligst in de omgang met haar eigen familie. ‘Het was een periode van warmte, plezier en gezelligheid. Het gevoel anders te zijn dan anderen was er al wel heel vroeg’, omschrijft Christina haar jeugd op Soestdijk. Het maakte hun band des te sterker. Op een door Bernhard gedraaid flmpje zien we Beatrix, Irene en Margriet boslaantjes af fietsen, naar de padvinderij gaan en theedrinken: ‘Ieder prinsesje heeft haar eigen beker’, aldus de commentaarstem. Hoe ging het er privé echt aan toe? Renden ze elkaar achterna in die grote gangen van het paleis? Speelden ze ‘prinsesje’ in hun speelhuisje Ixientieta op het terrein van Soestdijk? Konden ze het goed met elkaar vinden?
Beatrix en haar zussen
De meisjes waren vroeger veel op elkaar aangewezen omdat hun ouders aan het werk waren of op reis. Zij werden dan overgelaten aan kinderjuffrouwen en gouvernantes en zwierven volgens Beatrix ‘veelal alleen door het grote huis.’ Beatrix was een typisch oudste kind: vrij dominant. ‘Bazig’, vond Margriet. Maar ook liefdevol, loyaal en zorgzaam. Het was niet altijd allemaal pais en vree binnen het koninklijk kwartet. In haar portret van Beatrix ter gelegenheid van haar 18de verjaardag schreef Hella Haasse dat Beatrix veel ‘genegenheid’ voelt voor haar zusjes, maar ook ‘scherp en streng’ kan zijn. In het ene geval bijvoorbeeld omdat ze zich ergert aan ‘het verwend zijn’, of omdat een zus ‘zich al te gemakkelijk van iets afmaakt.’ Ze moedert over Christina en ook haar andere zusjes luisteren meestal naar hun grote zus.
Troonopvolger en reserves
Vanaf haar vierde moeten buitenstaanders Beatrix aanspreken met Koninklijke Hoogheid – ideetje van haar vader. Het creëert afstand tussen de oudste prinses en de rest. Ondertussen benijdt Beatrix haar jongere zussen: ‘Ik vond het niet helemaal eerlijk. Ik wel en mijn zusters minder. Hoewel ze natuurlijk allemaal op hun manier een deel van de verantwoordelijkheid ook te dragen hebben. Maar vroeger had ik het gevoel dat ik er alleen voor stond’, zei Beatrix in een tv-portret van het prinsessenkwartet. Haar zussen zijn blij dat ze niet zo’n prominente rol hebben. Zij zijn allemaal prinses, maar staan niet allemaal vooraan. Irenes grootste NEE is ‘prinses zijn’, Christina vindt het wel prettig dat ze na haar huwelijk geen lid meer is van het Koninklijk Huis en voor Margriet is het wel even een dingetje als zij opeens de nummer twee wordt omdat Irene door haar huwelijk buiten het Koninklijk Huis valt.
Irene en Beatrix: wereld van verschil
Op een foto uit augustus 1939 tilt oma koningin Wilhelmina de dan anderhalfarige Beatrix op om haar pasgeboren zusje Irene te kunnen bewonderen. Eerder al was het liefde op het eerste gezicht; Trix krijgt Irenes eerste echte lach. Naarmate ze groter worden, blijkt hoezeer de twee zussen van elkaar verschillen. Beatrix is zelfbewust en nuchter, Irene verlegen en dromerig. Ze heeft moeite met haar prinsessenrol: ‘Die scheiding tussen mij en de mensen. Ik kon dat niet’, zegt Irene daar later over. Beatrix zal zich in de steek gelaten hebben gevoeld toen haar zus – de reservekoningin – met een rooms-katholieke man trouwde en uit het Koninklijk Huis stapte. Ze heeft ook niet veel op met Irenes pleidooi voor meditatie, intuïtie en de kracht van de stilte. Er is geen groter contrast denkbaar dan tussen de ‘zweverige bomenfuisteraar’ Irene en de prozaïsche Beatrix. Later staan Irene en Beatrix tegenover elkaar als het om de toekomst van het verlaten Paleis Soestdijk gaat. Irene is – net als Margriet – geschokt over de plannen om een wooncomplex te bouwen in hun geliefde Borrebos: ‘Onze grootmoeder en moeder hechtten een groot belang aan het zoveel mogelijk behouden van bos.’ Beatrix had echter toestemming gegeven. Maar naarmate ze ouder worden, worden de verschillen minder belangrijk en groeien de Oranje-prinsessen steeds meer naar elkaar toe.
Margriet wordt plotseling ‘nummer twee’
Margriet had zich voorbereid op een rustig bestaan achter troonopvolger Beatrix en reserve Irene. En dan gaat Irene er ineens vandoor en wordt Margriet nummer twee. Sindsdien is zij de ‘eerste zus achter de koningin’ en staat ze Beatrix bij in haar representatieve taken. Dat zag er altijd heel harmonieus uit, maar vroeger was zo’n goede band niet vanzelfsprekend. Behalve dat Margriet haar zus nogal een despootje vond, was daar ook nog de affaire Pieter van Vollenhoven. Op Juliana en haar getrouwen na keerden andere hovelingen zich tegen Margriets huwelijk met een burgerman. Ook Irene en Beatrix waren tegen. Vermoedelijk schaarden zij zich ook achter hun moeder toen die besloot dat Pieter zich geen prins mocht noemen. Het pleidooi van toenmalig communistenleider Marcus Bakker om Margriet koningin te maken omdat Beatrix met een Duitser wilde trouwen, zal binnenshuis ook tot opschudding hebben geleid. Pas wanneer Claus het niet meer aankan, betrekt Beatrix haar zus en zwager bij de festiviteiten rond Koninginnedag. Margriet was tevreden met haar tweede plaats áchter de koningin: nummer één wilde ze nooit worden, zei ze ooit. Ook Pieter blijkt een grote steun en wordt gaandeweg bijna een tweede vader voor Beatrix’ zonen. Dat het inmiddels
helemaal goed zit tussen Margriet en haar oudste zus blijkt uit het feit dat zij samen een feest gaven toen Beatrix 70 en Margriet 65 jaar werd. Beatrix als eerste en Margriet als tweede viool: het bleek een gouden combinatie.
Christina is de Benjamin
De geboorte van prinses Marijke in 1947 luidt een verdrietige tijd ten paleize in. De baby blijkt blind aan één oog en ziet zeer slecht met haar andere oog. Juliana vestigt al haar hoop op gebedsgenezeres Greet Hofmans – een handoplegger die zegt het prinsesje te kunnen genezen. Bernhard gelooft daar niets van en verafschuwt Hofmans en haar praktijken. De beide echtelieden komen lijnrecht tegenover elkaar te staan. De spanningen lopen zo hoog op dat ze allebei in aparte vleugels van het paleis gaan wonen. De oudere meisjes moeten ook iets hebben meegekregen van de huwelijkscrisis van hun ouders en de ijzige kilte in het paleis – die nu niet meer alleen wordt veroorzaakt doordat Juliana niet zo’n fan is van verwarming. Beatrix moedert over haar jongste zusje en blijft dat doen. Opvallend zijn de gelijkenissen tussen Christina (zoals ze zich sinds haar zestiende laat noemen) en Irene. Ook Christina heeft een hang naar het esoterische en spirituele. Net als Irene is ook zij niet erg enthousiast over haar prinsessenstatus: ‘Prinses zijn is geen prestatie’, zegt ze daarover. En: ‘Prinses zijn is een niet verdiende handicap.’ Christina en Irene hebben nog meer gemeen. Ook Christina trouwt zonder toestemming van het parlement te vragen en wordt rooms-katholiek. En ook haar huwelijk eindigt in een echtscheiding. De band tussen de vier zussen blijft hecht als Christina in het buitenland gaat wonen: ze zoeken elkaar regelmatig op. Wanneer bij Christina in 2017 botkanker wordt geconstateerd, keert ze terug naar haar geboorteland – en naar haar zussen die in deze moeilijke tijd haar steun en toeverlaat zijn. Op 16 augustus 2019 overlijdt zij in haar appartement boven de Koninklijke Stallen van Paleis Noordeinde. Het maakt de band tussen de drie overgebleven Oranje-zussen hechter, zegt Irene in het AD: ‘Ineens ben je met z’n drieën over. Het is heel wonderlijk dat je geen ouders meer hebt bij wie je troost kan proberen te halen. Je bent ineens heel erg zusjes. En dat is heel erg mooi, maar ook confronterend. Er zijn nog maar twee mensen om mij heen die de geboorte van dat andere zusje hebben meegemaakt en alle andere dingen die in onze jeugd zijn gebeurd. Er is verder niemand die dat kent, die echt weet hoe het was. Dat is heel teer.’