Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) is blij met de reactie van koning Willem-Alexander op het nieuws over het verleden van zijn grootvader, prins Bernhard. “Ik heb er respect voor dat hij het lef heeft de geschiedenis van zijn familie openbaar te maken”, laat directeur Naomi Mestrum weten aan het ANP.
Het bestaan van de NSDAP-lidmaatschapskaart van Bernhard werd woensdag bevestigd door de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD). De koning zei daar donderdagmiddag over dat hij zich heel goed kan voorstellen “dat het nieuws grote impact heeft, veel emoties oproept, met name bij de Joodse gemeenschap. Maar ik ben ervan overtuigd dat we het verleden onder ogen moeten zien, ook de minder mooie gedeeltes van het verleden”. De koning heeft besloten het archief tot 6 september 1948 vrij te geven om zo “transparant mogelijk” te zijn.
Het CIDI, een belangrijke stem van de Joodse gemeenschap in Nederland, meldde eerder deze week te willen dat de regering een onderzoek instelt naar het oorlogsverleden van prins Bernhard. Demissionair premier Mark Rutte zei dat niet nodig te vinden. Mestrum zegt echter dat het toch goed zou zijn als de regering wel opdracht geeft voor zo’n onderzoek. “We willen uiteindelijk komen tot feitelijke geschiedschrijving. We willen als samenleving staan voor vertrouwen in de overheid en het koningshuis. Daarom zou het goed zijn als de overheid streeft naar transparantie en een onderzoeksopdracht geeft aan een instituut als het NIOD.”
De Tweede Wereldoorlog en de holocaust zijn enorm zwarte bladzijden in de geschiedenis, geeft de CIDI-directeur verder aan. “We moeten leren van die geschiedenis. Het heeft laten zien waar antisemitisme toe kan leiden, en dat mag nooit meer gebeuren. Dat is waarom wij hiervoor pleiten.”