DORDRECHT – Koningsdag ‘nieuwe stijl’ verschilt niet zo heel veel van zijn voorganger ‘Koninginnedag’. De koninklijke familie komt nog altijd met een groot gezelschap naar de festiviteiten en uitverkoren gemeente kan zich in volle glorie presenteren aan de Oranjes en via de televisie aan de rest van Nederland.
Dordrecht en de omliggende Drechtsteden krijgen op 27 april wel meer gelegenheid hun visitekaartje af te geven, te beginnen met een zogenoemde ‘grande parade’ op het drierivierenpunt voor het Groothoofd. Het koninklijk gezelschap kijkt daar na aankomst vanaf een tribune naar een soort mini Sail, met historische vaartuigen, maar ook een containerschip. Vanuit Papendrecht en Zwijndrecht aan de overkant van het water kan worden meegekeken, indachtig de wens van koning Willem-Alexander nadrukkelijk ook de regio bij het festijn te betrekken.
Vervolgens gaat het gezelschap in een soort hink-stap-sprong door de historische binnenstad van de ‘oudste stad van Holland’, zoals burgemeester Arno Brok zijn gemeente bij herhaling bleef aanprijzen. Er wordt een stukje gevaren, maar toch ook nog gewandeld tussen de verschillende programmaonderdelen.
Jeugd
Er is zang in de Grote Kerk, er zijn een keuken en eetkamer op het Scheffersplein waar typische Dordtse producten worden gepresenteerd, het Hof van Nederland wordt geopend en tot slot is de jeugd van Dordrecht aan de beurt op het Statenplein. “Iedereen moet iets van zijn gading vinden”, aldus Brok.
De begroting bedraagt een miljoen euro, waarvan de provincie Zuid-Holland 250.000 euro voor haar rekening neemt. “Dit is een belangrijke regio voor de provincie”, verklaarde commissaris van de koning Jaap Smit de steun van de Staten aan de organisatie. Volgens Brok is een miljoen geen overdreven hoog bedrag. “Het is passend bij deze tijd”. In voorgaande jaren gaven de twee gemeenten waar Koninginnedag samen met de koninklijke familie werd gevierd samen ook zo’n bedrag uit.
