Beatrix 85: sterk en vastberaden deel 1

redactievorsten

31/01/2023 4:22 am

Prinses Beatrix viert een kroonjaar, ze wordt in januari 85! En dat vraagt om een terugblik op het turbulente leven van deze bijzondere vrouw. Deel 1 en 2 gaan over haar leven tussen 1938 en 2000, van haar geboorte tot de eeuwwisseling. Waarin ze de plicht van het koningschap aanvaardt, maar op het gebied van de liefde haar eigen keuze maakt.

Door: World of Words, Ella Vermeulen. Dit artikel verscheen in Vorsten 1 2023. Het is opgesplitst in twee delen en waar nodig aangepast voor online publicatie. Ga hier direct naar deel twee.

Van vrijheid naar keurslijf

Het was feest op maandag 31 januari 1938, na de geboorte van ‘Beatrix, zij die gelukkig maakt’. Herauten maakten het nieuws bekend, er klonken 51 kanonschoten en er ontstonden spontane volksfeesten op de Dam en elders. Sommigen waren teleurgesteld dat er geen prinsje, maar een prinsesje in de koninklijke wieg lag, maar voor de meeste Nederlanders speelde het geslacht van het prinsesje geen rol. Emma en Wilhelmina hadden het pad al geëfend voor een vrouwelijk staatshoofd.

Van Soestdijk naar Ottawa

De eerste 1,5 jaar van haar leven had Beatrix een vredig bestaan met kinderjuffen, een knufelgrage moeder (Bernhard vond zijn dochters pas interessant tegen de tijd dat ze mantelpakjes gingen dragen) en alle ruimte om te leren kruipen op de galerij van Soestdijk.

5 jaar in de luwte

Vanaf 1939 moest Beatrix de aandacht van haar ouders delen met haar pasgeboren zusje: Irene. Nog geen jaar later vertrokken Beatrix en Irene met hun ouders op een torpedojager naar Engeland om uit de handen van de bezetter te blijven. De oorlog bracht Beatrix door in Ottawa, Canada, waar in 1943 nog een zusje werd geboren: Margriet. Ironisch genoeg waren dit de meest normale jaren van Beatrix’ leven. Haar moeder was er een gelukkige huisvrouw, Beatrix ging gewoon naar school en net als ieder kind kon ze lekker buitenspelen. Juliana en haar dochters deden vaak zelf boodschappen en gingen naar de bioscoop, Trix sloot er een hartsvriendschap met Renée Röell, die tot op de dag van vandaag voortduurt.

Gezond ego

De Beatrix uit die tijd wordt omschreven als een typisch oudste kind: lief én bazig voor haar zusjes, maar ook degene die genoeg lef had om moeder Juliana met de tuinslang nat te spuiten. Verder beschikte ze over een koppig karakter, eerzucht en een gezond ego. ‘Trix erfde van haar vader het aplomb en de superioriteit, waarmee de dingen geconstateerd worden’, noteerde Juliana over haar kleuter.

Terug in de spotlights

Het prinsesje was 7 toen het gezin in 1945 terugkeerde naar Nederland. Oud genoeg om na de anonieme Canadese jaren te beseffen dat ze anders dan andere kinderen was en dat iedereen altijd naar haar keek. Dat vond ze vervelend, Soestdijk werd een haven waar ze haar gang kon gaan. ‘Door de omstandigheden na de oorlog waren mijn beide ouders zo volledig ingeschakeld dat wij nogal overgelaten werden aan de kinderjuffrouwen en gouvernantes en veelal alleen door het grote huis zwierven’, zei Beatrix daar in 1988 over.

Ramen lappen

Het besef dat ze anders was, daalde nog verder in op de Werkplaats Kindergemeenschap van Kees Boeke, een alternatieve instelling die voor een school moest doorgaan. In Ottowa had Beatrix klassikaal leren rekenen, lezen en schrijven en was ze uitgedaagd om te leren. In Bilthoven was veel aandacht voor vrijheid, artistieke ontwikkeling en – iedereen gelijk – huishoudelijke klusjes doen. Beatrix werd daar bokkig van: ze kon niet tegelijk én een uitzondering én net als alle anderen zijn. Ze was bovendien slim genoeg om te beseffen dat ze als aanstaand koningin weinig had aan ramen lappen en na de lunch verplicht naar Bach luisteren, liggend op een paardendeken. ‘Het was niet de juiste school voor mij toen ik uit Canada kwam’, zei ze daar later over. ‘Ik had discipline nodig.’ Ze vond dat er ‘bovenmenselijke energie nodig is om er iets te leren’ en haar moeder was het met haar eens. Voor de 13-jarige Beatri en een select groepje vriendinnen werd in een villa een dependance van het Baarns Lyceum opgetuigd.

Pittige puberprinses

lk kind kijkt in de puberteit met groeiende weerzin naar haar of zij ouders en Beatrix was daarop geen uitzondering. Ze had er ook alle reden toe, want op het thuisfront was het buitengewoon onrustig. In 1947 was het gezin uitgebreid met Marijke (later Christina) die werd geboren met een ernstige oogafwijking als gevolg van een rodehondbesmetting die Juliana tijdens de zwangerschap had opgelopen. Juliana voelde zich schuldig en overlaadde haar jongste dochter met aandacht. Na haar inhulding in 1948 kreeg Juliana het nog veel drukker, intussen wanhopig zoekend naar iets dat Marijke zou helpen.

Greet de gebedsgenezeres

Datzelfde jaar maakt gebedsgenezeres Greet Hofmans haar opwachting op Soestdijk. Juliana raakte in de ban van Greet, maar de nuchtere Beatrix zag dat alle zweverigheid haar zusje niet hielp om beter te zien. Bovendien zat ze niet te wachten op de wenken van Hofmans die haar ‘buigzamer’ wilde maken. Intussen hield ze haar andere zussen een beetje uit de wind en zag ze dat het huwelijk van haar ouders in zwaar weer belandde. Prins Bernhard ontving zijn minnaressen gewoon op het paleis en soms gingen ze zelfs mee op vakantie naar Lech. Beatrix was dol op haar vader, ze deelden een voorliefde voor stijl en etiquette. Het moet pijnlijk voor haar zijn geweest om te zien dat hij privé allesbehalve netjes was. ‘Je bent als 12-jarig meisje aan de leeuwen overgeleverd’, zei ze later. ‘En in die fase loopt je vader achter de meiden aan.’

Koninklijke driftkikker

Het was geen fjne tijd voor Beatrix, die met een achterstand aan de middelbare school begon en zich niet populair maakte met een volgens haar leerkrachten ‘gebrek aan beschavingsdiscipline en omgangsvormen’. Met de kennis van nu kun je constateren dat de prinses het thuis zwaar had en weinig gelegenheid had om haar frustraties te uiten. Zeker omdat ze in een positie verkeerde waarin ze niet brutaal mocht zijn. Uit pure drift trok ze soms haar nylons stuk.

Sociale vaardigheden

Beatrix had nooit de kans gekregen sociale vaardigheden te ontwikkelen in het contact met leeftijdgenootjes. Haar eenzaamheid werd nog vergroot toen met name haar vader vanaf haar 14de verjaardag ging benadrukken dat ze Koninklijke Hoogheid moest worden genoemd. Het creëerde nog meer afstand. Juliana vond dat idioot, Beatrix vond het uiteindelijk wel prettig. Het schepte duidelijkheid en paste bij de structuur en de discipline waar ze naar verlangde. Alleen familieleden, heel goede vrienden en mensen die ze echt vertrouwde mochten Trix zeggen. Al op jonge leeftijd wist Beatrix heel goed wat er van haar werd verwacht: verschil moest er zijn.

Op eigen benen

In 1956 vierde Beatrix haar 18de verjaardag. Vanaf dat moment mocht ze in theorie haar moeder opvolgen. Van haar vader kreeg ze een Fiat 1400, van het volk de Groene Draeck. Om aan de gespannen sfeer thuis te ontsnappen, ging Beatrix na het halen van haar diploma gymnasium-A op kamers in Leiden. Ze koos voor de studie Rechten en maakte haar medestudenten vanaf het begin duidelijk dat ze niet getutoyeerd wilde worden: haar aanspreektitel was Koninklijke Hoogheid.

Uitglijder

Die houding kwam haar duur te staan toen ze in 1959 tijdens een bezoek aan New York tegen journalisten zei dat ze bij voorkeur zou willen trouwen met iemand van koninklijken bloede. Ze vertelde over een eerdere boottrip, georganiseerd door de Griekse royals waar ze louter omgeven was met families die allemaal in de Almanach de Gotha – het Europese adelboek, red. – staan: ‘Ik heb enorm genoten van die trip, omdat ik het gevoel had dat ik met mijn eigen soort mensen was en mezelf kon zijn.’ Hoewel Beatrix later uitlegde dat ze er ‘vakgenoten’ en ‘een familiekring’ mee bedoelde, bleef het wat hautaine imago aan haar plakken.

Royal babe

Of dat terecht was, is de vraag: intimi uit haar studietijd omschreven haar ook als geestig, belangstellend en warm. Ze mocht dan niet van overdreven familiariteit houden, ze had inmiddels wél echte vriendinnen. En ze was als kroonprinses een absolute babe, met knappe vrienden en veel fijne reisjes. Juliana en vooral Bernhard stuurden haar naar élk adellijk feestje in de hoop op een goede match met prestige, een titel en bij voorkeur ook een familiefortuin. Het pleit voor Beatrix dat ze tegen alle adviezen in haar eigen keuze maakte.

Lage Vuursche

In 1963 betrok ze met haar golden retriever Joris en papegaai Doesjka Kasteel Drakensteyn, een optrekje in de bossen van Lage Vuursche dat ze in 1959 kocht. Over het liefdesleven van de prinses werd intussen fanatiek gespeculeerd. Dagblad De Tijd telde in 1965 maar liefst ‘zeventien prinsen, twee kroonprinsen, drie erfprinsen, een graaf, vier hertogen van Duitse afkomst en nog wat vorstelijke fguren.’ ‘Soms mensen die je van je leven nog nooit hebt gezien of die je bij voorkeur niet uit kunt staan’, zei Beatrix tegen een journaliste van het ANP

Snelle sportwagen

In het geheim bloeide er toen al iets moois met een knappe Duitser die haar elk weekend met zijn sportwagen bezocht. Zijn naam: Claus von Amsberg. Geen titel, geen fortuin, Claus’ familie was van lage Duitse adel. Wel was hij intelligent, cultureel onderlegd en geestig, en niet bijster onder de indruk van de koninklijke achtergrond van Beatrix. Hij vond haar geweldig, maar wilde geen mensen in verlegenheid brengen door zijn lage afkomst en nationaliteit. Dat hun liefde tot een verloving leidde was vooral te danken aan Beatrix’ legendarische koppigheid: zíj wilde met hem verder.

Verliefd, verloofd, getrouwd

Beatrix was dolverliefd. Na het uitlekken van de eerste foto’s van hen samen moest ze heel snel beslissen of ze met Claus door wilde. Ook Claus werd door de omstandigheden gedwongen op korte termijn na te denken over zijn toekomst en een aanzoek te overwegen. Je kunt je voorstellen dat pragmatisme hier voorrang kreeg op romantiek.

Rookbom en ‘Claus Raus’

Beatrix straalde tijdens de verloving. Samen met haar grote liefde zat ze hand in hand en dat is een hele prestatie voor iemand die zo gewend is haar gevoelens niet in het openbaar te tonen. Maar een Duitse verloofde voor de aanstaande koningin lag in het naoorlogse Nederland zeer gevoelig. ‘Wij respecteren dat onze verloving niet algemeen wordt toegejuicht, maar wij menen toch dat we ons eigen leven moeten leiden en zelf moeten bouwen aan een nieuwe toekomst’, zei Beatrix tegen de journalisten op de dag van de verloving. Dat haar woorden niet iedereen overtuigden, bleek op de huwelijksdag, toen een rookbom naar de Gouden Koets werd gegooid.

Drie prinsen

Het pleit voor Beatrix dat ze koos voor een relatie die was gebaseerd op liefde. En het pleit voor Claus dat hij ontzettend zijn best deed om te worden geaccepteerd in Nederland. Het vergde veel van hem. Maar in die eerste jaren overheerste het geluk. Beatrix en Claus konden zich richten op hun jonge gezin, want kort na elkaar werden drie zonen geboren: Willem-Alexander in 1967, gevolgd door Johan Friso in 1968 en prins Constantijn in 1969.

Zorgeloze jaren

Gouden jaren volgden. De jongens gingen naar een gewone school en het gezin fietste veel in de bosrijke omgeving van Drakensteyn. Beatrix deed wel eens een boodschap in Baarn, haar taken als troonopvolgster waren te overzien. Het leven leek zorgeloos, de troon was nog ver weg. Beatrix en Claus genoten van de tijd met hun kinderen en lachten om elkaars tekortkomingen. Zo verklapte Claus ooit dat Beatrix ‘absoluut niet kan koken’ en dat hij het veel beter kon. Ook nu nog beperken Beatrix’ culinaire talenten zich tot pannenkoeken bakken voor de kleinkinderen.

Erwtensoep

Beatrix en Claus ontvingen thuis graag kunstenaars om ‘voeling te krijgen met de tijdgeest’. Wim T. Schippers groef met Claus een kuil in de tuin van Drakensteyn en noemde dat kunst, waarop de prinses gezegd zou hebben dat de kuilen die haar honden groeven er professioneler uitzagen. De verlichte geesten die ‘nectar en ambrozijn’ verwachtten, kregen erwtensoep voorgeschoteld. Er was een televisie op Drakensteyn, maar die gebruikten Beatrix en Claus hooguit voor het nieuws. Televisie zou slecht voor de ogen zijn, vertelde Willem-Alexander in een interview in 2017: ‘Wij luisterden altijd naar de radio.’

Reizen

Vakanties vierde het gezin in Tavarnelle waar Beatrix en Claus in 1975 een herenboerderij hadden gekocht. En voor de Kroon maakten ze lange, vaak intensieve reizen. Afgaand op foto’s uit die tijd kun je vaststellen dat Beatrix zich meer ontspande naarmate de afstand met Nederland groter werd. Zeker buiten het officiële programma om waren er altijd wel momenten waarop ze even konden ontsnappen aan de werkelijkheid en Beatrix even geen troonopvolgster was en Claus niet de-echtgenoot-van.

Lees verder over Beatrix

Van inhuldiging tot de komst van Máxima: lees over het leven van Beatrix in deel twee.