Koning Willem-Alexander kan de historisch lage cijfers voor het vertrouwen dat Nederland heeft in zijn koningschap nog ophalen. Volgens schrijver en historicus Kemal Rijken hoeft de koning maar naar andere Europese vorstenhuizen te kijken om te zien dat een dip in de populariteit niet hoeft te betekenen dat het einde van de monarchie in zicht is.
Een grote peiling van onderzoeksbureau Ipsos liet vorige week zien dat nog 38 procent van de Nederlanders vertrouwen heeft in Willem-Alexander als koning. Rond Koningsdag was dat nog 46 procent, toen ook al een laagterecord.
“Deze cijfers zijn niet in steen gegoten”, zegt Rijken, die donderdag zijn boek Monarchie uitbrengt, waarvoor hij drie jaar lang onderzoek deed naar de werking van Europese koningshuizen vanaf 1940 en de uitdagingen en moeilijkheden van de monarchie. “Een koningschap is een marathon en geen sprint”, vervolgt hij. “Kabinetten komen en gaan, maar de koning blijft bestaan. Dat betekent dat hij nog tijd heeft. Tot drie, vier jaar geleden waren de cijfers erg hoog, dus het zou kunnen dat ze weer gaan stijgen.”
Zweden
Een stijging van de cijfers kan door allerlei factoren in gang worden gezet, vertelt Rijken. Als voorbeeld noemt hij hoe het Zweedse koningshuis opkrabbelde nadat er in 2010 een schandaalboek over koning Carl XVI Gustaf was verschenen. “Het vertrouwen in hem zakte onder de 50 procent. Maar toen kwam er in 2012 ineens een kleinkind, prinses Estelle. En daarna trad zijn zoon in het huwelijk, kwamen er nog meer baby’s. Die kleine kinderen werden toen opeens het narratief. Vervolgens zag je dat het vertrouwen in de monarchie in Zweden weer iets steeg.”
In het Verenigd Koninkrijk haalde Queen Elizabeth eigenhandig de na de dood van prinses Diana afgenomen populariteit van het koningshuis op door het te moderniseren. Er werden opeens meer bezoekjes gebracht aan alledaagse dingen zoals voetbalclubs, zelfs McDonald’s werd niet geschuwd. Het is de ‘Marmitetheory’ gaan heten, vertelt Rijken, vernoemd naar de beroemde Britse kruidenpasta.
Marmite
“Mensen denken dat het product nog steeds hetzelfde is als honderd jaar geleden, maar het is wel degelijk veranderd. Het potje is groter, er staat een andere tekst op en het deksel is van plastic. En zo gaat het ook met de Britse monarchie: die blijft hetzelfde, maar verandert wel mee met de tijden.”
De voorbeelden, die Rijken ook aanhaalt in zijn onderzoek, laten zien dat het tij voor de Oranjes nog kan keren. “Dat soort dingen leert ons, en leert mij ook, dat de cijfers voor onze koning, ondanks het feit dat die nu niet goed zijn, niet zeggen dat dat in de toekomst zo blijft. Dit koningschap is pas tien jaar oud en in Nederland zit de monarch gemiddeld dertig jaar op de troon. Er kan dus nog van alles gebeuren dat in het voordeel van de koning is.”