DEN HAAG – Paleis Noordeinde was zaterdag zoals gebruikelijk alleen van achter het hek te bezichtigen. Het Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk hoopte stiekem dat voor het Grondwet Festival een uitzondering zou worden gemaakt. Tenslotte openden ook het Vredespaleis, de Trêveszaal, het Kabinet van de Koning en het Catshuis hun deuren. ”We hebben het geprobeerd, maar nee”, vertelde burgemeester Jozias van Aartsen van Den Haag, lid van het Comité, na afloop van het koninklijk bezoek aan het succesvolle Festival.
De openstelling van het paleis is al jarenlang een heet hangijzer. Noordeinde is een werkpaleis waar het werk altijd doorgaat en dat dus geen publiek kan toelaten, is een veelgehoord argument van het hof, los nog van het veiligheidsaspect. In de Tweede Kamer en de Haagse gemeenteraad is regelmatig gevraagd om openstelling, al was het maar voor een paar dagen per jaar wanneer de koninklijke familie toch op vakantie is.
In die discussie wordt ook gesproken over Huis ten Bosch met zijn iconische Oranjezaal, waar afgelopen maandag de koning nog een diner aanbood aan de staatshoofden en regeringsleiders die deelnamen aan de nucleaire veiligheidstop. De zaal is zo ongeveer het ‘heilige der heiligen’ van het koningshuis.
Restauratie
Om de roep om openstelling te weerstaan, is er na de restauratie in 2001 een virtuele rondleiding geplaatst op de website van het Koninklijk Huis. Premiers verwezen daar in de Kamer ook naar wanneer weer werd gepleit voor toelating van publiek. Het filmpje is echter gesneuveld, zo bleek deze week, toen de website werd vernieuwd. Het was verouderd en niet meer geschikt, maar een nieuwe video is (nog) niet gemaakt. Er wordt over nagedacht.
Een ander tegenargument van het hof is dat er al een paleis open is voor het publiek: het Koninklijk Paleis in Amsterdam. Maar daar heeft Den Haag niets aan. De belangstelling voor het Catshuis en de Trêveszaal liet in elk geval zien dat er zaterdag een stormloop zou zijn geweest op Noordeinde als dat ook de deuren zou hebben geopend. ”Over Huis ten Bosch hebben we het nu maar niet”, zei Van Aartsen goedmoedig.