Koningin Máxima heeft dinsdag een bezoek gebracht aan het Cultuurfonds in Amsterdam. Ze sprak daar met jonge cultuurmakers over hun werk, hoe dat mensen kan verbinden, maar ook over een “taboe” in de kunstwereld: zakelijk genoeg zijn om geld aan je werk te verdienen.
Het bezoek stond in het teken van fonds ZOZ, onderdeel van het Cultuurfonds. Het fonds geeft financiële ondersteuning aan culturele projecten van jonge makers. Met hun projecten zetten zij zich in voor maatschappelijke verbinding en tegen polarisatie, vooroordelen, discriminatie en radicalisering.
Máxima sprak met documentairemakers, fotografen, filmmakers en journalisten. Eén van hen vertelde over zijn project: een documentaire over een jongen uit Amsterdam Zuidoost, die het liefst artiest wordt, maar toch steeds in de problemen belandt. De makers volgden de man al jarenlang, maar hadden moeite het project op de markt te krijgen. Streamingdiensten zouden het maar eng vinden om met onbekende namen in zee te gaan. De makers spraken met elkaar over het creëren van je eigen platform, via bijvoorbeeld YouTube, om zo het heft in eigen handen te nemen.
Taboe
Aan het eind van het bezoek sprak Máxima met de makers over een, volgens hen, groot taboe: inkomsten. “Verdienen is vies in deze sector, want je hangt een prijskaartje aan jezelf. Dat vinden mensen maar raar”, zei een van hen. “Maar zonder geld, kan je geen duurzaam product leveren.”
Máxima adviseerde hen om eens een kijkje te nemen bij sociale ondernemers. Ook daar ontstaan veel ondernemingen vanuit een ideologie, maar moet er geld verdiend worden. Volgens de koningin zijn ze in die sector al een stapje verder, onder meer door hulp van het Oranje Fonds. De organisatie, die in 2002 een ‘huwelijkscadeau’ was aan Willem-Alexander en Máxima, helpt en adviseert sociaalondernemers. Máxima belooft het Cultuurfonds bij haar vertrek één ding: “ik zal eens even bij ze polsen”.