Groothertog Henri van Luxemburg heeft zondag verschillende onderdelen bijgewoond van de nationale herdenking waarbij wordt stilgestaan bij het verzet, de moed en solidariteit van het Luxemburgse volk tijdens de Duitse bezetting van 1940 tot 1945 in de Tweede Wereldoorlog.
De herdenking begon met een mis in het Onze-Lieve-Vrouwe-kathedraal van Luxemburg-stad, waar vanwege de coronamaatregelen maar een beperkt aantal aanwezigen was toegelaten. Daarna ging Henri samen met onder meer premier Xavier Bettel naar het station van Luxemburg, waar de groothertog een gedenkplaat onthulde. Die herinnert aan de 3614 jonge Luxemburgse vrouwen die in het kader van de ‘Reichsarbeitsdienst’ gedwongen werden te werken in Duitsland. Van hen overleden er 58 tijdens die tewerkstelling.
Tenslotte ging het gezelschap naar de zogenoemde ‘Kanounenhiwwel’, waar zich het Luxemburgse verzetsmonument bevindt en groothertog Henri de eeuwige vlam weer ontstak en een krans legde. Ook hier was het aantal genodigden beperkt en nam Henri alleen even zijn mondkapje af toen hij de vlam weer liet branden.
