WASSENAAR – Met de ‘bevordering’ van hofdame Bibi barones Van Zuylen van Nijevelt-den Beer Poortugael tot grootmeesteres, heeft koningin Máxima vanaf maandag nog maar drie hofdames over. Dat is het kleinste aantal in jaren.
Een jaar geleden, in de overgangsfase van de door toenmalig koningin Beatrix samengestelde hofhouding naar de hofhouding van het nieuwe koningspaar, waren er even negen hofdames. Vijf van hen zijn op 1 januari ‘uit dienst’ gegaan, samen goed voor 121 jaar ervaring aan het hof. De drie overblijvers zijn Lieke Gaarlandt-van Voorst van Beest, Pien van Karnebeek-Thijssen en Annemijn Crince le Roy-van Munster van Heuven.
De rol van de hofdame, een onbetaalde functie, is door de troonswisseling veranderd. Het is niet langer het staatshoofd dat moeten worden bijgestaan, maar de niet regerende koningin. Die heeft andersoortige verplichtingen en werkzaamheden, zoals voor de Verenigde Naties, waarbij de aanwezigheid van de particulier secretaris of persoonlijk adviseur handiger is dan een hofdame.
Prinsessen
Aan de andere kant, de hofdames vergezellen ook prinses Beatrix en prinses Margriet wanneer die voor officiële verplichtingen het land intrekken. Die bezoeken zijn door de betreffende hofdame van tevoren samen met een adjudant minutieus voorbereid, zodat ze tijdens het bezoek zelf vooral op de achtergrond als een soort persoonlijk assistent kunnen optreden. Jas aanpakken, programma aanreiken, bloemen overnemen, dat soort werk.
Of het aantal hofdames binnenkort wordt uitgebreid, is niet bekend. Lieke Gaarlandt is nu de oudste in dienstjaren. Zij is al sinds 1993 betrokken bij het hof en was destijds begeleidster van Máxima toen deze in Nederland moest inburgeren.
