Koning bij Appeltje-winnaar ‘Mijn Arabisch is vandaag niet zo goed’

redactievorsten

03/04/2025 5:11 pm

In het Utrechtse Kanaleneiland bracht koning Willem-Alexander donderdagmiddag een werkbezoek aan de wijkstichting Al Amal. Een standaard procedure: alle winnaars van een Appeltje van Oranje van het Oranje Fonds kunnen rekenen op de komst van de koning of koningin Máxima. De stichting ontving de prijs in 2024 uit handen van koningin Máxima en doorliep ook al het groeiprogramma van het Oranje Fonds, waarmee ze hun stichting verder konden professionaliseren.

Stichting Al Amal, in 2003 opgericht door Marzouka Boulaghbage, helpt mensen met een migratie-achtergrond om beter aansluiting te vinden bij de Nederlandse samenleving en om beter hun weg te vinden als ze vastlopen in hun zoektocht naar steun of hulpverlening. Er zijn projecten voor allerlei doelgroepen, zoals jongeren die vastlopen in hun (sociale) ontwikkeling en via de wijkagent bij Al Amal terechtkomen voor coaching. Maar ook jonge moeders kunnen bij de stichting terecht voor hulp bij opvoeding, contact maken met het consultatiebureau, of bellen met de huisarts. Oprichter Boulaghbage legde aan de koning uit dat ze goed kijken op welke manier een doelgroep het beste geholpen kan worden. Zo zijn sommige jongeren gebaat bij 1-op-1 begeleiding, maar kan ze juist met gemak 300 vrouwen samen laten komen om te praten over actuele thema’s in de wijk.

Om een goede aansluiting met de Nederlandse samenleving te bevorderen wordt er in de regel Nederlands gesproken bij de stichting. Toen een van de deelnemers aan een programma van de stichting vroeg of ze haar verhaal in het Arabisch mocht doen, grapte de koning ‘mijn Arabisch is niet zo goed vandaag, misschien morgen weer’, waarna de vrouw met behulp van een tolk sprak. De koning bedankte haar met het Arabische ‘shukran’, waarmee hij op gelach aan tafel kon rekenen. ‘Uw Arabisch is weer terug’, klonk het.

In gesprek met een groep vrijwilligers deed de koning onder het genot van een kopje Marokkaanse thee mee aan een rondje waarbij iedereen een positieve eigenschap van zichzelf noemde, en een punt waarop verbetering mogelijk is. Om het antwoord op de eerste vraag te ontwijken, somde hij voor de grap een stuk of zes positieve eigenschappen op van de kaartjes die ter inspiratie voor hem lagen. Een verbeteringspunt kon hij wel noemen. ‘Ik ben soms te sturend’, zei hij, geïnspireerd door een kaartje op tafel. Waarna hij uitlegde dat hij soms te snel tot een oplossing wil komen maar daarin soms voorbij gaat aan de mensen met wie hij werkt.

Na het gesprek met de vrijwilligers -allemaal dames- werd er een groepsfoto gemaakt. ‘Dat vindt uw vrouw toch wel oke?’, vroeg de dame naast de koning op de bank. Waarop de koning lachend bevestigend antwoordde.