De Japanse keizerlijke familie heeft woensdag in Tokio een bezoek gebracht aan het Shinto-heiligdom dat is gewijd aan de geesten van keizer Meiji en zijn vrouw keizerin Shōken. Dit omdat het heiligdom honderd jaar bestaat. Het werd op 3 november 1920 – de geboortedag van de in 1912 overleden keizer Meiji – ingewijd.
Keizer Naruhito en keizerin Masako offerden bij hun bezoek aan het heilidom ’tamagushi’. Dat is een tak van de sakaki-boom, een in het Shinto-geloof heilige groen blijvende boom. Later kwamen ook keizer-emeritus Akihito en keizerin-emerita Michiko. Het was hun eerste uitje sinds het begin van de coronacrisis in maart. Ook kroonprins Akishino en echtgenote Kiko brachten een bezoek aan ‘Meiji Jingu’.
De schrijn is opgericht ter nagedachtenis aan keizer Mutsuhito (1852-1912), die postuum de naam Meiji heeft gekregen en die verantwoordelijk was voor de opening van Japan naar de buitenwereld en de daarop volgende modernisering en industrialisering van het land. Meiji regeerde maar liefst 45 jaar en wordt nog steeds vereerd.
Bij het heiligdom is ook een klein museum gewijd aan het leven van de keizer en keizerin. Het vorig jaar gepensioneerde keizerspaar Akihito en Michiko kwam woensdagmiddag speciaal terug om ook daar een kijkje te nemen. Tijdens de coronacrisis zijn ze vooral thuis gebleven, met slechts een enkele keer een ritje naar het terrein van het Keizerlijk Paleis voor bijvoorbeeld medisch onderzoek.