Het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken maakt zich zorgen over de achterstand die door de corona-pandemie wordt opgelopen bij het aanbieden van geloofsbrieven door buitenlandse ambassadeurs. Zonder dat die documenten zijn overhandigd aan keizer Naruhito mogen de diplomaten formeel niet aan de slag, al is er wel een tijdelijke oplossing gevonden, meldt de krant Asahi Shimbun vrijdag.
Keizer Naruhito zou een maand geleden een aantal nieuwe ambassadeurs ontvangen, maar de maatregelen om verspreiding van het longvirus in te dammen zorgden ervoor dat de afspraak werd afgezegd. Het was geen goed moment om de nieuwe vertegenwoordigers van Rwanda en Tonga in een koets te zetten en naar het keizerlijk paleis te laten rijden, alleen al omdat belangstellenden langs de route zouden gaan staan kijken.
Inmiddels wachten ook de ambassadeurs van Timor Leste, Mali en Tanzania op een ontmoeting met de keizer. Het ministerie heeft hun toegestaan een kopie van hun geloofsbrieven in te leveren, en daarmee mogen ze onofficieel aan de slag. Aan de andere kant zijn er ook Japanse diplomaten die naar de keizer moeten om van hem hun geloofsbrieven te krijgen om in het buitenland aan het te werk te gaan. Die hebben van het ministerie wel papieren gekregen, maar die helpen niet echt, los nog van het feit dat de halve wereld voor buitenlandse reizigers is gesloten.
In Nederland is het aanbieden van geloofsbrieven ook opgeschort, maar de verwachting is dat koning Willem-Alexander er binnenkort weer tijd voor inruimt in zijn agenda. Als de buitenlandse diplomaten tenminste in staat zijn naar Den Haag te komen.
