LONDEN – De Britse prins Andrew ligt onder vuur van mensenrechtenactivisten omdat hij vrijdag spreekt op een bijeenkomst waar de Golf-staat Bahrein in het zonnetje wordt gezet. Bahrein prijst zichzelf daar aan als een multicultureel eiland van tolerantie en diversiteit, in scherp contrast met de werkelijkheid in het koninkrijk, waar de soennitische minderheid de sjiïtische meerderheid van de bevolking met harde hand onderdrukt.
Prins Andrew, tot 2011 boegbeeld van de Britse buitenlandse handel, staat net als andere leden van de koninklijke familie op goede voet met het koningshuis van Bahrein. Dat behoort zelf tot de soennitische stroming in de islam, en ziet de roep om democratie en deling van de macht van het sjiitische bevolkingsdeel als een gevaar voor zijn positie. Tijdens de Arabische lente in 2011 is met hulp van buurland Saoedi-Arabië de protestbeweging hardhandig de kop ingedrukt. Het is echter nog steeds onrustig in Bahrein.
Dat de tweede zoon van koningin Elizabeth vrijdag Bahrein lof gaat toezwaaien als ‘bron van hoop voor velen’ is volgens mensenrechtenorganisaties een schande. ”Hoe kan de prins een marteleiland aanprijzen”, vroegen ook Britse media zich af. De koning van Bahrein wordt overigens zondag verwacht in Windsor, waar in het park rond het kasteel van koningin Elizabeth de jaarlijkse Koninklijke Windsor Paardenshow wordt gehouden. Zondag wordt daar gestreden om de Koninkrijk Bahrein Trofee.