Prins Harry zegt dat hij al sinds zijn geboorte last heeft van de pers. De Britse media zijn sindsdien al “vijandig”, vertelde de hertog van Sussex dinsdag tijdens zijn getuigenis in de rechtszaak tegen uitgeverij Mirror Group Newspapers (MGN).
De prins beschuldigt de uitgever van tabloid The Mirror van het onrechtmatig verzamelen van informatie. MGN zou tussen 1996 en 2011 Harry’s telefoon hebben gehackt en zo telefoontjes hebben afgeluisterd. Tijdens de zaak komen tientallen artikelen aan bod die de krant op basis van die persoonlijke informatie zou hebben kunnen schrijven.
De berichten die de prins en zijn juridische team hebben gekozen, zijn de artikelen die het meest de “opdringerigheid en onrechtmatigheid” van The Mirror laten zien, zei Harry in het hooggerechtshof in Londen.
Niet onthouden
Niet alle artikelen, die tussen 1996 en 2011 zijn verschenen, kan Harry zich van toen herinneren. “Kranten zijn er altijd in elk paleis, helaas, en sommige artikelen heb ik misschien niet onthouden of gezien op dat moment. Maar de overgrote meerderheid werd gelezen door andere mensen in mijn omgeving”, vertelde hij.
De artikelen hadden volgens Harry een grote impact op zijn leven. “En dat van de mensen om mij heen, inclusief mijn moeder.”