Prins Harry’s ghostwriter J.R. Moehringer heeft naar eigen zeggen last gehad van de Britse roddelpers. De auteur kon zich daarom goed verplaatsen in de prins, die ook al jaren kritisch is over de media in zijn geboorteland. Dat schrijft de schrijver in een artikel over zijn werk in het Amerikaanse tijdschrift The New Yorker.
Volgens Moehringer werd hij lastiggevallen en werden leugens gepubliceerd op basis van Spare (Reserve), het boek dat hij namens Harry heeft geschreven. “Feiten werden uit hun verband gerukt, complexe emoties werden gereduceerd tot cartooneske idioterie, onschuldige passages werden gehypet tot wandaden – en er waren heel veel onwaarheden”, schrijft hij.
De prins reageerde volgens Moehringer begripvol toen hij hem over zijn ervaringen vertelde. “Hij vroeg of het goed ging met mijn gezin, vroeg om omschrijvingen van de mensen die ons lastigvielen, beloofde om wat telefoontjes te plegen om te kijken of er iets aan gedaan kon worden. We wisten allebei dat er niks aan gedaan kon worden, maar toch.”
Besef
De reactie van Harry maakte de schrijver “dankbaar”, maar het zorgde ook voor een besef. “Ik had hard gewerkt om de beproevingen van Harry Windsor te begrijpen en nu zag ik in dat ik niets begreep”, zegt hij. “Een ochtend meemaken wat Harry had doorstaan sinds zijn geboorte spoorde me aan om de pagina’s in Spare die over de media gaan nog eens door te nemen.”
Harry is al jaren kritisch over de Britse pers. Zo houdt de prins de media medeverantwoordelijk voor de dood van zijn moeder Diana, die in 1997 bij een achtervolging door de paparazzi om het leven kwam tijdens een auto-ongeluk. De vele media-aandacht voor zijn relatie met Meghan en “racistische” uitingen over zijn vrouw gaf hij ook als belangrijke reden voor zijn stap terug binnen het Britse koningshuis en emigratie naar de Verenigde Staten.