De verloofde Amerikaanse Meghan Markle en de Britse prins Harry prins krijgen een woning in het Londense complex van Kensington Palace, genoemd naar het dorpje Kensington dat daar ooit lag.
Daar werd begin zeventiende eeuw een landhuis neergezet. Dat is in 1689 gekocht door de uit Nederland afkomstige Engelse koning William III, in ons land stadhouder Willem III (1650-1702). Willem wilde het stinkende, natte centrum van Londen zo snel mogelijk uit en vond het landhuis een prachtige plek voor een koninklijk verblijf. Hij en zijn vrouw Mary bouwden er een paleis. Beiden stierven in dit pand dat daarna door verscheidene Britse vorsten is uitgebreid.
Ondanks het feit dat Kensington Palace erg geliefd is bij veel ‘royals’, is het nooit een officieel paleis voor de vorst geworden. De laatste regerende monarch die er woonde was George II (1683-1760). Zijn opvolger (George III) vond het maar niks en besloot daarom er woonruimte aan familieleden aan te bieden. Deze functie van ‘koninklijk tehuis’ heeft het nog steeds.
Charles
Het koninklijk paar woont er niet en ook de kroonprins Charles woont verderop in Clarence House. Maar een hele reeks andere ‘royals’ bewonen delen van Kensington Palace of huizen ernaast. De Britse prinsen William en Harry groeiden hier op, maar hun moeder Diana Spencer (1961-1997) zou het er beklemmend hebben gevonden. De prinsen wonen er nu beiden, maar niet waar ook hun moeder woonde. Dat appartement is volledig ontmanteld en wordt bewoond door personeel, aldus Britse media.
Onder de andere bewoners van koninklijke bloede zijn de hertog en hertogin van Gloucester en de hertog en hertogin van Kent. Sommigen betalen hoge huren. Meghan gaat bij Harry in Nottingham Cottage wonen, een van de panden aan de noordkant van het eigenlijke paleis. Hun buurman Edward is een neef van koningin Elizabeth. Delen van het imposante paleis zijn voor het publiek geopend. De orangerie is nu een restaurant en er worden prijzige feesten gegeven door particulieren.