LONDEN – Buckingham Palace besteedt vanaf vrijdag bijzondere aandacht aan de koningen George I en George II. Zij luidden een nieuw tijdperk in de Britse geschiedenis in, ook wel de ‘stille revolutie’ genoemd. Groot-Britannië kwam hierin tot grote bloei en kon worden beschouwd als ’s werelds meest liberale, commerciële en moderne maatschappij.
Aanleiding voor de expositie in de Queen’s Gallery van het paleis in Londen is het feit dat het dit jaar precies tweehonderd jaar geleden is dat George koning werd. Vanzelfsprekend was dat niet, want George was keurvorst van Hannover, in het huidige Duitsland. Hij sprak niet eens Engels, maar hij was het eerste niet-katholieke familielid van de op 1 augustus 1714 gestorven koningin Anne die in aanmerking kwam voor de troon.
Op weg van Hannover naar Engeland verbleef George ook enkele dagen noodgedwongen in Den Haag, omdat de wind op de Noordzee niet gunstig was voor de oversteek. George kreeg als koning te maken met een claim op de troon van Anne’s katholieke halfbroer James Francis Edward, bijgenaamd ‘De Oude Pretendent’, en diens zoon Charles, ‘De Jonge Pretendent’. Beiden probeerden een opstand te ontketenen en beiden faalden.
Koninklijke verzameling
In de tentoonstelling The First Georgians: Art and Monarchy 1714-1760 wordt met hulp van 300 voorwerpen uit de Koninklijke verzameling, van schilderijen tot brieven en andere kunstschatten, aandacht besteed aan het leven van George I en zijn zoon en opvolger George II, en aan de tijd waarin zij regeerden. Ook in Hannover zijn er dit jaar tentoonstellingen – de beide Georges bleven ook daar regeren.
De naam George is in het Britse koningshuis populair gebleven. De vader van de huidige koningin Elizabeth was koning George VI. De baby zoon van prins William zal, als hij ooit de troon bestijgt, koning George VII zijn.