Prins Charles wacht al net zo lang op de troon als zijn moeder Elizabeth koningin is: bijna 67 jaar. Charles was 3,5 jaar toen Elizabeth in februari 1952 haar overleden vader koning George VI opvolgde. Op dat moment was de op 14 november 1948 in Buckingham Palace geboren prins beoogd troonopvolger.
Bij zijn tiende verjaardag in 1958 werd hij ook officieel Prins van Wales, de titel die van oudsher is bestemd voor de toekomstige koning en die na de troonswisseling zal overgaan op Charles’ oudste zoon prins William. In 1969 werd de Prins van Wales ingehuldigd, tijdens een fantasierijke ceremonie in Caernarfon Castle in Wales.
Inmiddels is Charles, die de eerste troonopvolger was die een universitaire graad behaalde, twee huwelijken, twee kinderen en drie kleinkinderen verder, maar geeft zijn moeder nog weinig tekenen van opgeven. Charles mag dan zeventig worden, van pensioen kan geen sprake zijn. Integendeel, nu zijn 97-jarige vader prins Philip zich uit het openbare leven heeft teruggetrokken en koningin Elizabeth (92) minder taken uitvoert, moet Charles juist meer aan de bak.
Opmerkelijke tegenstellingen
Dat zorgt woensdagavond bij zijn verjaardagsfeest in Buckingham Palace voor een aantal opmerkelijke tegenstellingen. In de tijd dat Charles in de wachtkamer zit, is Nederland bijvoorbeeld al twee keer van monarch gewisseld: Juliana, Beatrix, Willem-Alexander. Datzelfde geldt voor België, Luxemburg en Noorwegen.
De Belgische koning Filip is twaalf jaar jonger dan Charles maar regeert alweer vijf jaar. Er is na het overlijden van de Thaise koning Bhumibol twee jaar geleden, geen enkele monarchie meer waar sinds 1952 niet tenminste één troonswisseling heeft plaatsgevonden. Volgend jaar beleeft ook Japan zijn derde wisseling na de oorlog.
Het siert volgens waarnemers de prins dat hij van het wachten niet depressief wordt, zoals in voorgaande eeuwen vaak gebeurde toen kroonprinsen achter de schermen ook probeerden een eigen machtsbasis op te bouwen of de koning onderuit te halen.