Tegen de verwachting in heeft een groot deel van de Britse koninklijke familie de ceremonie rondom Remembrance Sunday, de dag waarop de slachtoffers uit de twee wereldoorlogen en de gewapende conflicten daarna worden herdacht, bijgewoond. Vanwege het ontbreken van publiek was het volgens Britse media stiller dan ooit.
Terwijl onder anderen prins Charles, prins William, prins Edward en prinses Anne kransen bij het oorlogsmonument in Whitehall in Londen, de zogenoemde Cenotaph, legden keken koningin Elizabeth, Catherine (hertogin van Cambridge) en Camilla (hertogin van Cornwall) vanaf de balkons van het naastgelegen ministerie van Buitenlandse Zaken toe. Ook Sophie, de gravin van Wessex, mocht plaatsnemen op een van de balkons.
De ceremonie zag er vanwege de coronacrisis heel anders uit dan voorgaande jaren. Zo hielden de enkele aanwezigen ruime afstand van elkaar. Normaal gesproken doen aan de plechtigheid en het aansluitende defilé tienduizend veteranen deel. Ook zijn er tienduizenden mensen op de been om toe te kijken.
Alleen
Vanwege de verplichte afstand stond koningin Elizabeth dit jaar alleen op een balkon. Vorig jaar werd ze nog geflankeerd door Catherine en Camilla maar zij stonden nu samen op een andere, ver verwijderd van elkaar.
Grote afwezigen waren prins Andrew en prins Harry, die beiden vorig jaar nog een grote rol tijdens de herdenking hadden. De in opspraak geraakte Andrew moest na de vorige Remembrance Sunday noodgedwongen afstand doen van zijn activiteiten voor het koningshuis en zijn erebenoemingen in tal van legeronderdelen werden op non-actief gesteld
Harry is samen met zijn vrouw Meghan, die vorig jaar nog op het balkon stond, geëmigreerd naar de Verenigde Staten. Bij zijn zelf gekozen afscheid eerder dit jaar moest ook hij zijn erefuncties inleveren.