De in april aangetreden premier van IJsland, Sigurdur Ingi Jóhansson, heeft maandag zijn opwachting gemaakt bij de Deense koningin Margrethe. Die ontving hem in Kopenhagen in het Christian VII’s Paleis, onderdeel van het Amalienborg-complex in de hoofdstad.
Jóhansson kwam in dit voorjaar aan het roer van de IJslandse regering na het gedwongen aftreden van Sigmundur David Gunnlaugsson, die royaal werd genoemd in de zogenoemde Panama Papers. Daarin werd onthuld dat diverse vooraanstaande zakenmensen en politici via Panama geld en waardepapieren hadden weggesluisd en gestald in belastingparadijzen.
Dat vond de IJslandse bevolking na het bankendebâcle van enkele jaren geleden onaanvaardbaar en na dagen van protest moest Gunnlaugsson aftreden. De toenmalige minister van landbouw en visserij, Jóhannsson, werd zijn opvolger.
Dat een IJslandse premier komt kennismaken met de Deense koningin is heel gebruikelijk. De banden tussen beide landen zijn zeer nauw. IJsland deelde tot 1944 ook de Deense koning en in Denemarken wonen naar schatting 18.000 IJslanders, 5 procent van de IJslandse bevolking van 323.000.