DEN HAAG – Koningin Máxima wist woensdagmorgen de schijnwerpers extra op zich gericht bij haar eerste publieke optreden sinds het wegens ziekte ingekorte het staatsbezoek aan China. Het gaat nu een stuk beter, maar ze moest nog aansterken, zei de koningin bij aankomst bij het World Forum in Den Haag. Daar woonde ze met de Deense kroonprinses Mary de derde wereldconferentie bij over opvanghuizen voor vrouwen.
Koningin Máxima hield ook een toespraak, waarin ze onder meer sprak over het belang van financiële zelfstandigheid van vrouwen. “Als je financieel afhankelijk bent van je partner, is het veel moeilijker om los te breken uit de cirkel van geweld en een nieuwe start te maken. Daarom moeten we blijven werken aan de economische ‘empowerment’ van vrouwen, in combinatie met onderwijs en bewustwording”, aldus de koningin.
“Er is geen rechtvaardiging voor huiselijk geweld. Nooit. Daarover kunnen we absoluut helder zijn”, zei Máxima. “Tegelijk zijn er geen gemakkelijke oplossingen. Wie zich in het onderwerp verdiept, ziet hoe gecompliceerd de situatie is waarin de betrokken vrouwen leven. En hoe wijdvertakt en hardnekkig dit probleem is”, stelde de koningin.
Politie
“Eén op de drie geweldsincidenten waarvoor in Nederland de politie uitrukt, betreft huiselijk geweld. Het is een donker geheim achter honderdduizenden voordeuren. ‘Thuis’ zou een veilige plek moeten zijn. Een plaats waar je jezelf kunt zijn, samen met de mensen die je lief zijn. Het is tragisch dat zoveel mensen die veilige plek niet hebben.” Er kan volgens de koningin wel van elkaars ervaringen worden geleerd.
Ze haalde het Mary Fonds aan, dat in Denemarken met het mentorprogramma ‘Advice for Life’ aan vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld financiële, juridische en sociale ondersteuning biedt. “Er is nog een derde inzicht dat ons verder kan helpen: hou rekening met de persoonlijke situatie van vrouwen en betrek zo mogelijk het hele gezin bij de oplossing”, zei Máxima.
Ze verwees daarbij naar het Oranjeopvanghuis in Alkmaar, dat ze in 2011 opende. “Bewoners en medewerkers van het Oranje Huis vertelden me hun verhaal. De directeur zei: “We gaan in gesprek met slachtoffer en dader. We vluchten niet. We praten.”