WASSENAAR – Kersttijd betekent voor de meeste Europese monarchen ook tijd voor een toespraak tot de eigen bevolking. Alleen koningin Margrethe van Denemarken en koning Harald van Noorwegen ontsnappen daaraan. Maar niet voor lang. Zij komen een week later aan de beurt, op Oudejaarsavond wanneer Denen en Noren plaatsnemen voor de televisie om naar de stichtende woorden van het staatshoofd te luisteren.
Koningin Margrethe doet haar toespraak ook echt ‘live’, hetgeen vorig jaar goed was te horen aan de bijgeluiden in Fredensborg Slot waar ze haar tekst heel ouderwets voorlas. Koning Willem-Alexander daarentegen heeft zijn toespraak laten opnemen. Dinsdag is hij daarmee bezig geweest, zodat hij op Eerste Kerstdag zijn handen vrij heeft. Vorig jaar bijvoorbeeld was hij toen met zijn gezin op kerstvakantie bij zijn schoonfamilie in Argentinië.
Elk land heeft zo zijn eigen traditie. De Belgische koning Filip verricht 24 december de aftrap en spreekt als eerste. Hij is ook de enige die zijn kerstoverdenking twee keer moet herhalen, omdat Filip hem in drie verschillende talen uitspreekt: Nederlands, Frans en Duits. Op kerstavond is het de beurt aan groothertog Henri van Luxemburg en koning Felipe van Spanje.
Koning Willem-Alexander deelt met koningin Elizabeth Eerste Kerstdag als dag waarop de in beide gevallen eerder opgenomen toespraak wordt uitgezonden. Elizabeth kijkt meestal alleen, zodat haar in Sandringham verzamelde familie ongehinderd op- en aanmerkingen kan maken. Koning Carl Gustaf van Zweden komt vlak voor het avondeten aan het woord, terwijl prins Albert van Monaco het houdt bij een korte ingesproken kerstgroet.
