Het bezoek van prins Carlos en zijn familie aan het voormalige hertogdom Parma gaat zaterdag aan de meeste inwoners van de Noord-Italiaanse stad voorbij. Dat Carlos, als titulair hertog van Parma, zijn pasgeboren zoontje en toekomstige opvolger komt voorstellen, is niet bekend en ook de Gazzetta di Parma gaat er zaterdag aan voorbij.
Voor prins Carlos is het jaarlijkse bezoek aan Parma en het naburige en rivaliserende Piacenza belangrijk. Hij sprak vrijdag bij het presenteren van zijn zoon in Piacenza over ‘continuïteit’, en het behouden van traditie. Zijn overgrootvader Roberto was tot 1859 de laatste regerende hertog van Parma. Daarna ging het hertogdom op in het nieuw gevormde Italiaanse koninkrijk, dat in 1946 een republiek werd.
Ook in die republiek worden de aloude ridderorden van Parma en Piacenza nog erkend, en Carlos staat sinds 2010 aan het hoofd van de orden. Zijn jaarlijkse bezoeken aan beide plaatsen staan dan ook in het teken van die op liefdadigheid gerichte orden. Carlos reikt medailles uit aan vrijwilligers, ondersteunt de goede werken en geeft de bijeenkomsten met zijn aanwezigheid – als vertegenwoordiger van het eens regerende koningshuis – extra glans.
Indruk
Nostalgie naar de tijd van het zelfstandige hertogdom is er niet. De Bourbon-Parma’s hebben in de laatste jaren van hun bewind ook weinig indruk gemaakt. In Parma bijvoorbeeld zijn her en der nog wel verwijzingen te vinden naar aartshertogin Maria Luigia, de tweede echtgenote van de Franse keizer Napoleon.
Zij kwam in 1816 op de troon van Parma en zolang zij leefde (tot 1847), moesten de Bourbon-Parma’s in de wachtkamer blijven. Maria Luigia werd dit jaar ook geëerd met bijzondere tentoonstellingen, onder meer in het Palazzo di Riserva, waarbij de Bourbons niet werden genoemd. Uitgerekend daar echter vindt zaterdag een gala plaats, met Carlos, echtgenote Annemarie, en leden van zijn familie als eregasten.