Koning Filip en koningin Mathilde van België woonden zondag in Brussel de Nationale Hulde voor de slachtoffers van de aanslagen op 22 maart bij. De plechtigheid in het Koninklijk Paleis werd ook bijgewoond door koning Albert en koningin Paola, prinses Astrid en prins Lorenz en prins Laurent en prinses Claire.
Voor bijna vijfhonderd aanwezigen zei Filip dat nooit mag worden vergeten hoezeer de gebeurtenissen de slachtoffers hebben getekend. Ook zei de koning dat hij onder de indruk is van de vele uitingen van solidariteit na de aanslagen. “Deze boodschappen tonen een grote waardigheid in de beproeving. Ze overstijgen haat en wraak.”
Volgens Filip zijn veel berichten, die onder meer op de herdenkingsmuur bij metrostation Maalbeek werden achtergelaten, hoopvol. “Het verlangen naar een betere wereld, het geloof in de mens ondanks de verschrikkingen, het geloof in het één zijn met elkaar.”
Liefdevol
De koning zei dat België na de aanslagen, zondag precies twee maanden geleden, heeft laten zien hoe sterk de maatschappij is. “U hebt niet toegegeven, evenmin als onze maatschappij. U werd geraakt tot in het diepst van uw hart en toch is uw antwoord liefdevol en genereus. Ook onze maatschappij gaf, verontwaardigd als ze was, een verantwoordelijk en solidair antwoord. We hebben ons niet uit elkaar laten spelen, maar geantwoord met een oproep tot eendracht: allen samen.”
Bij de aanslag op de luchthaven Brussels Airport en het metrostation Maalbeek kwamen in maart in totaal 31 mensen van verscheidene nationaliteiten om het leven en raakten 270 mensen gewond. De aanslagen zijn opgeëist door Islamitische Staat.
Filip zei aan het eind van zijn toespraak dat ‘de beproeving die we vandaag doormaken, vraagt om een reactie’. “Laten we ons bewust worden van onze sterktes en werken aan onze zwaktes. En laten we ons allen engageren, ieder volgens zijn eigen verantwoordelijkheid, en samen, voor een betere wereld.”
