Koningin Mathilde heeft woensdag in het Europees Parlement in Brussel de dertigste verjaardag van het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind gevierd. De koningin van België onderstreepte tijdens een conferentie dat het verdrag sterk heeft bijgedragen aan de verbetering van de situatie van kinderen in de wereld, maar dat er nog belangrijke inspanningen geleverd moeten worden.
“Er is de voorbije dertig jaar aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de uitvoering van het verdrag. De kindersterfte is bijvoorbeeld met de helft verminderd. Toegang tot basisonderwijs is ook een realiteit geworden, ook in ontwikkelingslanden”, zo stelde koningin Mathilde vast. Tegelijkertijd mag niet uit het oog worden verloren dat “elk jaar 12 miljoen meisjes gehuwd worden tijdens hun kindertijd”, vervolgde Mathilde. En hoewel het basisonderwijs breed toegankelijk is, zijn er nog “te veel meisjes” in de armste landen die nog geen toegang hebben tot het secundair onderwijs, omdat hun familie er het nut niet van inziet, of omdat ze thuis nodig zijn.
De kwaliteit van het onderwijs is ook een grote bekommernis geworden, omdat jongeren niet steeds voldoende vaardigheden worden aangereikt om werk te vinden. “Er moeten nog grote inspanningen geleverd worden om de doelstellingen te bereiken die de internationale gemeenschap in 1989 heeft vastgelegd. (…) De beloftes van de Conventie moeten niet enkel bevestigd worden, ze moeten vooral nagekomen worden”, besloot Mathilde.
De koningin is ook erevoorzitter van Unicef België en VN-ambassadeur voor de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.