Het onverwachte overlijden van de pas 62-jaar oude koning Boudewijn zorgde in de zomer van 1993 voor een schok in België. De Belgen kwamen in de dagen na zijn dood op 31 juli massaal op de been om in het Koninklijk Paleis in Brussel afscheid te nemen van Boudewijn. De wachttijden in de zomerse hitte liepen op tot achttien uur en het Rode Kruis kwam handen en water tekort om mensen te helpen.
“We werden verrast door de overrompeling. Ik herinner me dat de wachtrij reikte van het paleis tot bijna aan Brussel Centraal”, aldus toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback dinsdag in een terugblik in Het Nieuwsblad. Maar er was, zoals hij destijds al op televisie zei, geen chaos. “We hebben op geen enkel ogenblik de controle verloren.”
Wel moest het publiek worden aangespoord om vlot langs de kist te defileren. “In het begin stonden we toe dat elke bezoeker even bleef stilstaan voor de kist om een buiging of kruisteken te maken. Maar na verloop van tijd verplichtten we hen in looppas te passeren. Cru gezegd: snel-snel, als een kudde die met een riek in de rug werd voortgedreven”, vertelt Tobback. “En dan nog moesten we velen ontgoochelen, omdat ze niet binnen konden, wat leidde tot teleurstelling en zelfs woede-uitbarstingen.”
Verlies van een vaderfiguur
De volksrouw kwam als een verrassing in het toch weinig koningsgezinde België. Volgens Tobback had het dramatische element en het onverwachte er mee te maken. “De dood van Boudewijn, op zijn 62ste, kwam zo plots. Ook voor mij. Tien dagen voordien stond ik nog naast hem bij het defilé op de nationale feestdag.”
Historicus Mark van den Wijngaert wijst er in Het Nieuwsblad op dat Boudewijn al 42 jaar koning was. “Veel Belgen hadden nooit een andere koning gekend. Ze keken naar hem op voor zijn staat van dienst. En ook om de mens die hij was: een plichtbewuste koning met een luisterend oor.” Het moreel gezag van Boudewijn was groot. “Hij werd ook, ten onrechte, gezien als de man die het land samenhield. Bij zijn dood kwamen de gevoelens samen: het verdriet om het verlies van een vaderfiguur en de angst om het uiteenvallen van België.”