De dochter van de vermoorde Congolese premier Patrice Lumumba vraagt in een brief aan de Belgische koning Filip de terugkeer van de “relikwieën” van haar vader naar Congo. Lumumba, de eerste premier en voorvechter van de Congolese onafhankelijkheid, blijft bijna 60 jaar na zijn dood een “held zonder graf”, klinkt het. Congo was vanaf 1908 een kolonie van België.
“Wij, de kinderen van Lumumba, vragen de rechtvaardige terugkeer van de relikwieën van Patrice Emery Lumumba naar de grond van zijn voorvaderen”, schrijft Juliana Amato Lumumba. Het Franse persbureau AFP citeert uit de brief met datum 30 juni, de 60e verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid. In de brief schrijft dochter Juliana over “een held zonder graf”.
Lumumba werd in 1960 opgepakt en uitgeleverd aan separatisten. Begin 1961 werd hij vermoord. In 2001 besloot een parlementaire onderzoekscommissie in Brussel dat sommige regeringsleden en andere Belgische betrokkenen een morele verantwoordelijkheid dragen voor de moord op de eerste Congolese premier.
Documentaire
Begin 2000 gaf de Belg Gerard Soete, toenmalig politiecommissaris, toe dat hij had geholpen het lichaam op te ruimen. Hij zaagde de lichamen van de premier en twee medestanders in stukken en loste ze op in zuur. In een documentaire op de Duitse zender ARD bevestigde Soete dat hij daarbij tanden van de politicus bewaard had. Hij toonde ze in de reportage.
Auteur en socioloog Ludo De Witte, die in 1999 een ophefmakend boek schreef over de moord op Lumumba, diende in 2016 een klacht in tegen de dochter van de inmiddels overleden Soete. In een interview met weekblad Humo had ze een tand getoond van Lumumba. In de brief verwijst dochter Juliana naar de “verachtelijke verklaring” over “het bijhouden door sommigen van zijn resten”.
Op 30 juni verraste koning Filip toen hij in een brief aan president Flix Tshisekedi, naar aanleiding van 60 jaar onafhankelijkheid, de “diepste spijt” betuigde voor de Belgische wandaden in Congo, tijdens het bewind van Leopold II en de koloniale periode.