Delphine Boël kan haar strijd om erkenning door koning Albert II van België voortzetten. Het grondwettelijk hof heeft woensdag geoordeeld dat ze zich niet moet houden aan de lang verstreken wettelijke termijn om het vaderschap van haar wettelijke vader, Jacques Boël, te betwisten. Haar recht op duidelijkheid over haar afstamming is belangrijker dan de “rust der families”, in deze de koninklijke familie van België.
Delphine Boël spande in 2013 een proces voor de burgerlijke rechtbank van Brussel aan om koning Albert II als haar vader te laten erkennen. De rechtbank besloot daarna advies in te winnen bij het grondwettelijk hof. De rechtbank was van oordeel dat meerdere elementen erop wijzen dat Jacques Boël de vader is van Delphine, wat beiden weerleggen.
Marc Uyttendaele, de advocaat van Boël, onderstreept dat het grondwettelijk hof zijn cliënte over de hele linie gelijk geeft. Delphine Boël zet de procedure voor het betwisten van het vaderschap van Jacques Boël dus voort, net als haar zoektocht naar erkenning door koning Albert II.
Uyttendaele benadrukt dat die zoektocht naar erkenning “aan geen enkele andere voorwaarde onderworpen is dan het bewijs van het bestaan van een biologische band tussen vader en dochter”.