Onder zware beveiliging heeft de Belgische koning Filip met zijn gezin vrijdag met een plechtige dienst in de Brusselse Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal de nationale feestdag ingeluid. In het jaar na de aanslagen van 22 maart 2016 waren slechts vijfhonderd fans komen opdagen om het koningspaar en hun vier kinderen te begroeten.
Dat is evenveel als vorig jaar, toen de feestdag nog geen vier maanden na de terreuraanslag op vliegveld Zaventem en metrostation Maalbeek werd gevierd. Voor de aanslagen bedroeg de opkomst van het publiek bij de traditionele Te Deum-viering het drievoudige.
Filip en koningin Mathilde namen na de dienst uitgebreid de tijd voor de mensen die buiten met bloemen en cadeautjes wachtten. Later vrijdag vindt het militaire en burgerlijke defilé plaats voor het paleis. De hele dag zijn er festiviteiten in de hoofdstad, waar nog steeds militairen patrouilleren. De avond wordt afgesloten met een groot vuurwerk.
Op 21 juli wordt de eedaflegging in 1830 van de eerste koning, Leopold I, van het onafhankelijke België gevierd.
