Krijgt België er komende week een prinses bij? Die vraag ligt donderdag voor wanneer het Hof van Beroep in Brussel de zaak behandelt die Delphine Boël zeven jaar geleden aanspande tegen haar vader koning Albert II.
Oorspronkelijk ging het daarbij om erkenning van dat vaderschap, maar dat staat sinds januari niet meer ter discussie. Albert erkende dat hij inderdaad de vader is van de in 1968 uit zijn buitenechtelijke relatie met Sybille de Sélys Longchamps geboren kunstenares Delphine. Het resultaat van een DNA-onderzoek gaf hem ook geen keuze.
Maar met die erkenning zijn nog niet alle losse eindjes aan elkaar geknoopt. De rechters moeten nu bepalen welke achternaam Delphine Boël krijgt, want de achternaam Boël klopt niet. Dat is de naam van de ex-man van haar moeder. Wordt het ‘Van België’ of een variant daarop? Ook moet worden bepaald of Delphine als koningsdochter prinses wordt met het predicaat ‘koninklijke hoogheid’.
Naamgeving en titels
Delphine zei bij het begin van de procedure in 2013, toen de onschendbaarheid van Albert werd opgeheven door zijn aftreden, dat het alleen om de erkenning ging, maar nu ze zover is gekomen, wil ze ook de naamgeving en titels geregeld hebben. De advocaten van de gepensioneerde koning hebben al laten weten dat het vaderschap niet meer wordt betwist en dat Delphine ook deelt in de erfenis, maar over de andere elementen hebben ze zich niet uitgelaten.
Mogelijk dat hiervoor ook koning Filip is geraadpleegd. Die heeft in 2015 de regels veranderd van wie zich in de immer uitdijende koninklijke familie nog prins/prinses van België mag noemen.