Brazilië heeft deze week, 127 jaar na het inwisselen van de monarchie voor een republiek, weer een koninklijk tintje. De Olympische Spelen in Rio de Janeiro die vrijdag van start gaan, brengt namelijk een flink aantal vorstelijke gasten naar de voormalige keizerlijke hoofdstad waar keizer Pedro II in 1889 zijn koffers moest pakken.
De 129e sessie van het Internationaal Olympisch Comité die maandag begon, zag al een meteen aantal koninklijke bezoekers in actie. Vorst Albert II van Monaco, groothertog Henri van Luxemburg, prinses Anne, kroonprins Frederik van Denemarken – allen lid van het IOC -, samen met kroonprinses Mary waren present bij de opening door IOC-voorman Thomas Bach.
De IOC-leden vergaderen in de dagen voorafgaand aan de Spelen, maar Frederik en Mary nemen tussendoor ook deel aan recepties en ontvangsten en het promoten van Denemarken. Ze krijgen daarbij hulp van prins Joachim en prinses Marie, die getuige foto’s op sociale media hun kinderen bij zich hebben in Brazilië. In het weekeinde waren ze met z’n allen bij de Iguaçu watervallen op de grens met Argentinië.
Koning Willem-Alexander woont vrijdag de openingsceremonie bij. Tijdens het persgesprek vorige maand aan het einde van de fotosessie sloot hij niet uit ook met vrouw en kinderen nog een deel van het sportspektakel bij te zullen wonen. De Zweedse koning Carl Gustaf en koningin Silvia komen pas later naar Rio, evenals kroonprins Haakon van Noorwegen.
De Spaanse sporters hopen op koninklijke steun, maar koning Felipe heeft nog niet gezegd of hij kan komen gezien de politieke onzekerheid. Wellicht kan koningin Sofia wel gaan.