De Thaise koning Vajiralongkorn is zondagmiddag begonnen aan zijn processie – Liap Phranakhon – door het oude deel van Bangkok, de wijk/het eiland Rattanakosin. Daar ligt ook het Grand Palace, het paleiscomplex bij de Chao Phraya-rivier.
De troon waarop de koning zit, eigenlijk een gouden bankje dat multifunctioneel wordt gebruikt, is geplaatst op een draagstoel. Langs de ruim zeven kilometer lange route, waarover naar verwachting vijf tot zes uur wordt gedaan, zit het in gele shirts geklede publiek rijen dik. Staan mag niet.
Het zwaaien en juichen worden door de koning niet beantwoord. Hij kijkt strak voor zich uit. Hoogstens houdt hij de manschappen in de gaten die hem dragen. In de stoet lopen de nieuwe koningin Suthida en een van de dochters van de de koning, prinses Bajrakitiyabha, in uniform mee. Ook de juntaleider-premier is van de partij.
De stoet houdt drie keer halt bij een tempel: Wat Bowonniwet, Wat Ratchabophit en Wat Phra Chetuphon, waar de koning een korte religieuze ceremonie bijwoont, eer betoont aan Boeddha en even bijkomt van de zware tocht. Zes uur lang roerloos moeten zitten bij 38 graden in ceremoniële kleding is immers geen pretje.
