PODGORICA – Het verwaarloosde en in slechte staat verkerende zomerverblijf van de eerste en enige koning van Montenegro is inzet van een bittere strijd tussen de Servisch Orthodoxe kerk en de Montenegrijnse orthodoxe kerk. Die betwisten elkaar het bezit van het vakantiehuis van koning Nikola I in Niksic.
Nikola, die in 1860 op de troon van Montenegro kwam, promoveerde zichzelf in 1910 tot koning om op voet van gelijkwaardigheid met de vorsten van zijn buurlanden – alle koninkrijken – te kunnen verkeren. Hij moest echter een jaar na het begin van de Eerste Wereldoorlog zijn land ontvluchten en werd in 1918 werkeloos toen buurland Servië besloot de bergstaat in te lijven in het nieuwe ‘koninkrijk van de Serviërs, Kroaten en Slovenen’ – het latere Joegoslavië. Extra zuur voor Nikola was dat zijn schoonzoon Peter I daarvan koning werd.
Montenegro besloot in 2006 als laatste van de Joegoslavische deelrepublieken uit de begin jaren negentig al grotendeels ontbonden federatie te stappen. Het land besloot toen ook een eigen nationale kerk op te richten, die echter door de andere orthodoxe kerken – de Servisch Orthodoxe kerk voorop – niet wordt erkend. Vandaar dat met name van de Servisch Orthodoxe kerk nu verzet is gekomen tegen het besluit van de gemeenteraad van Niksic om het de vakantievilla van Nikola aan de Montenegrijnse kerk toe te wijzen.
De regering van Montenegro betaalt de achterkleinzoon van koning Nikola, de in Frankrijk opgegroeide kroonprins Nikola II, een maandsalaris en heeft hem ook de beschikking gegeven over een aantal voormalige koninklijke eigendommen.