De Roemeense koninklijke familie heeft vrijdag de Dag van de monarchie gevierd. Dat was tot de communistische machtsovername na de Tweede Wereldoorlog de nationale feestdag, ingesteld om te herdenken dat in mei 1866 de Duitse prins Karl van Hohenzollern-Sigmaringen vorst werd van Roemenië.
De datum 10 mei kwam daarna nog een paar keer terug in de Roemeense historie. Op 10 mei 1877 verklaarde Roemenië zich geheel onafhankelijk van het Ottomaanse rijk en op 10 mei 1881 ging vorst Carol verder als koning van Roemenië.
Na de val van het communisme en de latere terugkeer van de koninklijke familie, werden er weer festiviteiten georganiseerd op de voor de moderne Roemeense geschiedenis belangrijke datum. Inmiddels verleent ook de staat medewerking.
Carol I
Zo werd de viering vrijdag begonnen met een militaire ceremonie bij het standbeeld van Carol I voor het voormalige koninklijk paleis in Boekarest. Een militair muziekkorps bracht bij de plechtigheid ook de koninklijke hymne ten gehore.
Daarbij aanwezig waren kroonbewaarder Margareta – die na het overlijden van haar vader koning Mihai die titel aannam – haar man prins Radu en haar zussen, de prinsessen Elena, Sofia en Maria. Aansluitend legde het gezelschap elders in de hoofdstad bloemen bij een buste van de in 2017 overleden laatste koning, Mihai.
In het Elisabeta paleis, dat de regering aan Margareta ter beschikking heeft gesteld, volgde vrijdagmiddag een ontvangst in de vorm van een tuinfeest.