Het Huis Hohenzollern laat waardevolle kunstschatten uit het bezit van het Duitse vorstengeslacht in Londen veilen. Een woordvoerster van de minister van Cultuur, Monika Grütters (CDU), noemde het uiterst betreurenswaardig dat het adellijke huis heeft besloten om ‘nationaal waardevolle kunstwerken’ in het buitenland tegen een maximumprijs te veilen.
Volgens de veilingcatalogus van Sotheby’s komen woensdagavond een dozijn stukken onder de hamer. Daaronder zijn twee kandelaars uit de Ridderzaal van het Berlijnse paleis met een geschatte waarde van 950.000 tot 1,43 miljoen euro en een zilveren drinkbeker van de Grote Keurvorst met een waarde van 296.000 tot 415.000 euro.
Het ministerie van Cultuur stelt dat de Hohenzollerns niet bereid waren met de Stichting Pruisische Paleizen en Tuinen te onderhandelen over een verkoop en de objecten daarmee voor het publiek in Duitsland te behouden.
Bewuste verkoop
Prins George Friedrich van Pruisen, hoofd van het Huis Hohenzollern, vertelde dat de familie in dit geval bewust voor een openbare verkoop had besloten, zodat alle geïnteresseerden in de gelegenheid zijn aan de veiling deel te nemen.
Het Huis Hohenzollern leverde de koningen van Pruisen en de keizers van Duitsland, totdat het Duitse keizerrijk in 1918 ten onder ging en de Duitse Weimarrepubliek werd uitgeroepen.