Eerste crematie van koning sinds 1950

Vorsten

23/10/2017 10:51 am

Thailand is deze dagen helemaal in de ban van de crematie van koning Bhumibol. Voor het eerst in 67 jaar vindt donderdagavond op het speciaal daarvoor bestemde koninklijke veld Sanam Luang de crematie plaats van een overleden koning. De laatste keer was in maart 1950, toen de stoffelijke resten van Bhumibols oudere broer koning Ananda werden verbrand. De pas twintigjarige Ananda was vier jaar eerder onder onduidelijke omstandigheden doodgeschoten.

De plechtigheden die woensdag beginnen, volgen in grote lijnen die van de crematie van koning Ananda, oftewel Rama XVIII – de achtste vorst uit de Rama-dynastie. Eén groot verschil is er wel, al wordt daar door de Thaise autoriteiten geen nadruk op gelegd. Wanneer de gouden koninklijke urn van het koninklijk paleis in een bijzondere processie op een gouden strijdwagen naar het crematorium wordt gebracht, bevinden de stoffelijke resten van koning Bhumibol zich niet daarin.

Voor de vorig jaar overleden Bhumibol is afgeweken van de traditie dat de botten van de overledene worden gebroken om deze in de urn te plaatsen. Het stoffelijk overschot van Bhumibol is bewaard in een kist, die het afgelopen jaar stond opgesteld in de troonzaal van het Grand Palace, met de urn er symbolisch naast. De urn wordt plechtig overgebracht naar het crematorium dat de voorbije tien maanden is gebouwd, terwijl de kist buiten zicht daarnaartoe wordt gereden.

Relieken

Sanam Luang heeft sinds het overlijden van de eerste Rama-koning in 1809 dienst gedaan als koninklijk crematieveld, waar een tijdelijk complex wordt gebouwd dat na de plechtigheden weer helemaal wordt afgebroken. Het grasveld wordt ook gebruikt voor het symbolisch planten van rijst en het ceremonieel ploegen van de eerste oogst.

Op de dag na de crematie worden de overblijfselen en de as verzameld en door de nieuwe koning Vajiralongkorn besprenkeld en gezegend alvorens ze in een processie naar het paleis worden gebracht. Op 29 oktober worden de overgebleven beenderen als relieken opgeslagen in het paleis, terwijl de as naar twee boeddhistische tempels in Bangkok wordt overgebracht.