Koning Simeon van Bulgarije heeft de bevolking van het land dat hij als kind-vorst en later als premier regeerde opgeroepen eenheid en solidariteit te tonen. Simeon (83) deed dat dinsdag ter gelegenheid van de Bulgaarse onafhankelijkheidsdag. Het land maakte zich in 1908 definitief los uit het Ottomaanse rijk.
“We moeten beseffen dat dit mogelijk was door de verenigde inspanning van de hele natie. De les uit die tijd is ook nu nog geldig: verenigd en gezamenlijk kunnen we veel meer bereiken dan verdeeld en tegenover elkaar staand”, aldus Simeon in zijn boodschap. “Op dit moment zijn er sterke tegenstellingen in de Bulgaarse maatschappij en zelfs tussen staatsinstellingen. Dat komt slecht uit tijdens een wereldgezondheids- en economische crisis die zijn weerga niet kent.”
Simeon II was als kind, na het plotseling en onder verdachte omstandigheden overlijden van zijn vader Boris III, formeel koning tussen 1943 en 1946. Bulgarije werd daarna een communistische volksrepubliek en Simeon verhuisde uiteindelijk naar Spanje, waar hij trouwde en zijn gezin grootbracht met de gedachte nooit meer naar zijn vaderland te kunnen terugkeren. De val van het communisme in 1989 betekende ook een omwenteling in zijn leven en via omwegen werd hij in de periode 2001-2005 premier onder de naam Simeon van Saksen-Coburg.
De koning verloor daarmee in de ogen van zijn politieke tegenstanders zijn neutraliteit, maar Simeon vond dat hij zijn land op deze wijze moest dienen. Daarna heeft hij zich meer op de vlakte gehouden en doet hij, zoals nu met zijn boodschap, vooral een moreel beroep op de bevolking, regering en politiek om de eenheid te bewaren, naar elkaar te luisteren en te werken aan de opbouw van het land. “We kunnen voor iedereen een veel hogere levensstandaard bereiken.”