Hoofdredacteur Justine Marcella vlogt deze keer over de prestigieuze tentoonstelling High Society en ontdekte de verhalen achter de geportretteerden.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Alleen de zéér rijken – in eerste instantie vorsten en hoge adel – konden het zich veroorloven: levensgrote, staande en ten-voeten-uit geschilderde portretten. Want zo’n prestigieus formaat kostte niet alleen meer dan een ‘standaard’ portret vanwege de gebruikte materialen (waarvan meer nodig was natuurlijk), het was ook heel bewerkelijk en tijdrovend – en dus duur. En zo kon het gebeuren dat je in het 19de-eeuwse Parijs als bezitter van een aanzienlijk fortuin kon kiezen: twee levensgrote portretten of een compleet huis in een chique buurt.
Het Rijksmuseum is Amsterdam brengt van 8 maart tot en met 3 juni de expositie High Society, met meer dan 35 staande portretten op groot formaat, van vorsten, aristocraten en andere vermogenden. Aanleiding is de recente restauratie van Rembrandts spectaculaire huwelijksportretten van Marten Soolmans en Oopjen Coppit, die nu voor het eerst weer te zien zijn.
Belangrijk en rijk
Het kwam wel vaker voor dat voor een huwelijk zulke luxe portretten besteld werden, zoals bij de twee oudste exemplaren op de expositie, van Hendrik de Vrome, Hertog van Saksen, en zijn echtgenote Katharina, Gravin van Mecklenburg, uit 1514. Maar ook zonder directe aanleiding waren dergelijke portretten bijzonder geschikt om te laten zien hoe belangrijk en rijk je was.
Omdat niet iedere portrettist zo’n opdracht aankon, kwamen opdrachtgevers vaak terecht bij de grote namen uit hun tijd, die ook nu nog wereldberoemd zijn: Rembrandt dus, maar ook bijvoorbeeld Velázquez, Antony van Dyck, Joshua Reynolds, Eduard Manet. Waardoor deze expositie niet alleen een mooi overzicht biedt van vier eeuwen heersende klasse (en hun rijke uitdossingen), maar ook een wandeling langs kunsthistorische grootheden is.