Er is meer en meer openheid aan het hof en dat heeft natuurlijk alles te maken met koning Willem-Alexander. Hij liet publiek toe in zijn paleizen, stelde de Koninklijke Stallen open, en de schilderijen die alleen door gasten van de koning op Paleis Huis ten Bosch te zien waren, zijn afgelopen zomer door iedereen te bewonderen geweest op het Koninklijk Paleis Amsterdam. Ook als journalist ervaar ik die openheid, de gesprekken na een staatsbezoek waren voorheen exclusief voor verslaggevers, nu zijn ook camera’s welkom. En ik hoef niet langer een gesprek in rap tempo op te schrijven, ik mag het tegenwoordig opnemen met mijn telefoon.
In de aanloop naar Prinsjesdag werd een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de toenemende openheid. We werden uitgenodigd bij de Koninklijke Stallen en niemand minder dan stalmeester Bert Wassenaar en de directeur van het Koninklijk Huisarchief Flip Maarschalkerweerd gaven tekst en uitleg over Prinsjesdag en vooral over de Glazen Koets. De Rolls-Royce onder de koetsen!
De Glazen Koets past zo goed bij de koning. De enorme historische waarde, de strakkere vormgeving (vergeleken met de Gouden Koets), de vele W’s die de koets van buiten en binnen sieren, de grotere wielen, alles is even prachtig. Er zit natuurlijk geen airco in, maar de ramen kunnen met satijnen linten geopend worden. Het is wel wat krap. De koets is gebouwd voor koning Willem I en in die tijd waren de koningen nog niet zo lang als nu.
De stalmeester demonstreerde hoe het trapje uitgeklapt wordt. De afstand tot de grond is bij het uitstappen wat hoger dan bij de Gouden Koets en dat zal best lastig zijn in een lange japon en met hoge hakken. Het koningspaar is altijd goed voorbereid, dus ook nu: ze hebben voor Prinsjesdag al geoefend.
De Gouden Koets ligt sinds vorig najaar in delen uit elkaar bij de Koninklijke Stallen en je hoeft geen kenner te zijn om vast te stellen dat restauratie hard nodig is. De stof is zeer sleets en gouden details zijn verdwenen om maar wat te noemen. Na een grondig wetenschappelijk onderzoek worden dit najaar de offertes opgemaakt, de koning betaalt de restauratie uit zijn eigen begroting. Het opknappen van de Glazen Koets, enige jaren geleden, kostte 1,2 miljoen euro, en dat bedrag wordt nu ook gebruikt als leidraad voor deze klus.
De bijeenkomst is voorbij, maar liefhebbers mogen nog even mee met de stalmeester naar de Friezen. Natuurlijk laat ik me dat niet ontzeggen. De manen zijn ingevlochten om het tuigage makkelijk om te kunnen doen. Zo statig en sterk en tegelijk zo nieuwsgierig en lief. Het zijn allemaal hengsten, want ‘een dame erbij geeft onrust’ en dat kunnen we niet gebruiken, zeker niet wanneer ze een modern koningspaar in een historische Glazen Koets trekken. Ik heb genoten en wil de heren Wassenaar en Maarschalkerweerd hartelijk danken voor de interessante middag. En de koning ben ik ook mijn dank verschuldigd, dankzij hem gaan steeds meer deuren die eens potdicht zaten open.