Wind mee

redactievorsten

01/04/2014 3:03 pm

Anko Stoffels

Het is lente en onlangs was het ook nog de internationale dag van het geluk. Dat heb ik geweten! Ik had enorme wind mee, ook op werkgebied! ‘Nee heb je, ja kun je krijgen’, was ooit een wijs advies van mijn moeder. Sindsdien pas ik die stelling dagelijks toe. Dus zet ik een lijntje uit, opper vaak veel te ambitieuze plannen en vraag meer van mijn team dan eigenlijk verantwoord is. Niet voor niets heb ik op de redactie de bijnaam ‘Windkracht 12’. Maar afgelopen week was het anders! Leek wel of alles vanzelfs naar me toe kwam.

Op privégebied was het een groot feest, maar laat ik me beperken tot mijn werk voor Vorsten.De eerste winst was een uitnodiging van Studio Max Live. Dit programma – dat mede gepresenteerd wordt door mijn oud-collega Cilly Dartell – nodigt me wel vaker uit, maar dit keer mocht ik mijn waardering uitspreken over koningin Juliana. Ik roep misschien te vaak trots dat ik vroeger haar buurmeisje was. Ik groeide op naast Paleis Soestdijk, maar zij was ook de koningin van Nederland toen ik me bewust werd van het feit dat een monarchie iets meer is dan de de prinsessen uit de films Sissi en Roman Holiday. Ik begreep op school en thuis dat koninginnen niet de hele dag in ruisende baljurken walsen, maar vooral heel hard werken. Toen mijn moeder me vertelde dat koninginnen zelfs naar het toilet gaan, moest ik zelfs hard huilen. Dat vond ik zo on-koninklijk!

Maar door de waas van romantiek weg te halen, kreeg ik wel een meer realistisch beeld. Zeker van toenmalig koningin Juliana. Ik was 9 toen zij abdiceerde. Zij was voor mij het toonbeeld van een Nederlandse koningin. En ook na al de jaren van professioneel volgen van de koninklijke familie blijft ze voor mij een soort opper-koningin. Heel blij was ik omdat ik deze dame, die haar tijd ver vooruit was,  weer eens onder de aandacht mocht brengen.

ETweede winst was een uitnodiging voor de opening van een expositie. Ja, die krijgen we dagelijks, maar deze was leuker dan leuk! Een uitnodiging voor de opening van de foto-expositie van Pieter van Vollenhoven. Ik besef het voorrecht! Geen groot mediaspektakel. Ergo: van de schrijvende journalisten zijn alleen een krant en ik aanwezig. En ik weet dat de professor vlammende betogen kan houden! Bij binnenkomst heb ik al pret. Het blijft onwennig om alleen naar binnen te stappen wanneer je gewend bent vergezeld te worden door een camerateam. Maar de burgemeester van Amstelveen, Fred de Graaf heet me zo hartelijk welkom (hij is trouw Vorsten-lezer, zo vertrouwt hij me toe), dat ik vergeet dat ik geen cameraploeg mee heb. Bij de inleiding van Pieter van Vollenhoven is mijn lach vast hoorbaar geweest. Dan moet hij maar niet zo komisch zijn. Op de receptie na de officiële opening praat ik met de fotograaf en concludeer opnieuw dat Nederland maar boft met deze ‘eerste burger aan het hof’. Vol humor en met passie zet hij zich op zijn 74ste nog evenzeer in voor de doelen die hem na aan het hart liggen. Vanzelfsprekend leest u in de komende Vorsten een verslag.

En dan gaat de telefoon: iemand van de koninklijke familie. We kletsen meer dan twintig minuten. Ik herinner me de woorden van mijn moeder van nature. ‘Nee heb je, ja kun je krijgen’. Ik probeer het en verslik me als ik een direct ‘ja’als antwoord krijg. Ik kan over dit voorval niet al te veel vertellen, maar wanneer je Vorsten volgt, zul je op een dag weten: ‘dit bedoelde ze!’.

Lente en internationale dag van het geluk! Ik heb het geweten! Gelukkig! De lente dwarrelt daarmee vanzelf het tijdschrift in! Het belooft wederom een prachtig koninklijk jaar te worden voor Vorsten. Dus op naar het lentezonnetje, met een stevige meewind!