In deze tijd van het jaar gaat de Europese royalty traditiegetrouw op wintersportvakantie. Luxueuze skioorden als Lech, Verbier en Klosters zijn tegenwoordig favoriet bij leden van koningshuizen, maar het begon allemaal in het Zwitserse Sankt Moritz.
In 2002 viert een kersvers prinselijk echtpaar de eerste dagen van hun huwelijksreis in een luxe chalet met een betoverend uitzicht over de omliggende besneeuwde bergen. Prins Willem-Alexander en prinses Máxima treden met hun bezoek aan het Zwitserse skioord Sankt Moritz in de voetsporen van vorsten als de Duitse keizer Wilhelm II, koning Carl Gustaf van Zweden, koning Edward VIII (toen hij nog Prins van Wales was), en van andere beroemdheden als Coco Chanel, Alfred Hitchcock en Brigitte Bardot.
Sankt Moritz anderhalve eeuw eerder is een kuuroord dat weliswaar notabelen trekt, maar van wintersport is dan nog geen sprake. Het dorpje trekt rijke gasten vanwege de oude spa, en zij verblijven in kleine pensions of privéchalets. Het verhaal gaat dat een hotelier met het idee voor een verblijf in de winter kwam. Op een regenachtige septemberavond in 1864 zitten de overgebleven gasten van het Kulm Hotel, een viertal rijke Engelse toeristen, op de laatste dag van hun vakantie bij het haardvuur een glas wijn te drinken. Ze klagen tegen de hotelier, Johannes Badrutt, over het vooruitzicht terug te moeten keren naar het mistige Londen. Badrutt luistert aandachtig. Hij heeft zijn Kulm Hotel met 130 kamers in 1856 geopend en trekt veel leden van de rijke Engelse adel, maar die vertrekken na de zomer weer. Het hotel staat dan leeg. Nu, op die avond in september, ziet Johannes een manier om zijn hotel ook in de winter te kunnen benutten en hij doet de Engelsen een voorstel: ‘Waarom komen jullie niet hier in de winter? Het is hier zo zonnig, dat je zelfs zonder jas kunt rondlopen. Als jullie het niet leuk vinden, betaal ik de reiskosten. Als jullie het wel leuk vinden, kun je zo lang blijven als je wilt.’ Badrutt rekent erop dat zijn gasten na hun verblijf zo enthousiast zullen zijn dat er meer gasten zullen komen.
Vlak voor Kerstmis keert het groepje zoals afgesproken terug. Ingepakt in bont, in door honden getrokken sleeën, komen ze aan in een zonovergoten Sankt Moritz, waar Johannes Badrutt de gasten opwacht in een shirt met korte mouwen. De hotelier ziet tot zijn vreugde dat het gezelschap tot maart blijft en zij schrijven in het gastenboek dat ze ‘gemiddeld vier uur per dag buiten waren, om te wandelen, schaatsen op de meren, sleeën of op het terras lezen (..) de extreme helderheid van de zon, de blauwe luchten verrasten ons.’ Het idee van de wintersportvakantie is geboren en Sankt Moritz wordt het eerste Europese wintersportvakantieoord.
Gast is koning
Badrutt wil alle comfort voor zijn internationale gasten en kosten noch moeite worden gespaard om telkens iets nieuws te bieden. Zo ziet hij in 1878 in Parijs tijdens de Wereldtentoonstelling de eerste demonstratie van elektrisch licht en prompt bouwt hij een (peperdure) elektriciteitscentrale naast het hotel, zodat dat met kerst (en hulp van zijn vriend Edison) in een handomdraai wordt verlicht door lampen. Een primeur in Zwitserland. Later zal hij ook innovaties als een telefoonnetwerk, een lift en verwarming door middel van warm water introduceren. Overdag kunnen zijn gasten terecht op tennisbanen en een schaatsbaan, en ’s avonds zijn er evenementen als gemaskerde bals. Al gauw wordt het Kulm Hotel the-place-to-be voor de rijke upperclass.
Zoon Caspar is al net zo ondernemend als zijn vader. In 1883 koopt hij het iets verderop gelegen Beau Rivage Hotel en verbouwt het tot wat volgens hem ‘het meest elegante en meest exclusieve hotel in de hele Alpen’ zal zijn: het Palace Hotel. Het wordt in 1896 feestelijk geopend met een groot bal, waarop Caspar samen met prinses Mary van Cambridge, grootmoeder van de huidige Britse koningin Elizabeth, de openingsdans doet. Met zijn torens en gotische bogen doet het hotel zijn naam eer aan en ook binnen, in de Grote Hal met marmeren vloeren, Perzische tapijten en indrukwekkend houtsnijwerk, waant iedere gast zich koning. De gastenkamers worden elke dag voorzien van verse rozen uit Italië, en in het restaurant kunnen de gasten zich tegoed doen aan oesters, kaviaar en de beste champagne. Het hotel wordt wereldwijd een begrip.
Na een aantal glorieuze jaren blijven vanwege de Eerste Wereld-oorlog en de Russische Revolutie veel trouwe gasten weg uit Sankt Moritz. De gasten die wel komen, zoals de Spaanse Hertog van Alba, worden ondanks de oorlog nog steeds gefêteerd met gemaskerde bals en zelfs defilés van Parijse mannequins. De Griekse koninklijke familie verblijft gedurende de oorlog in het verderop gelegen Carlton Hotel, dat tsaar Nicolaas II had laten bouwen als zomerverblijf. Aan de vooravond van de oorlog heeft hij het verkocht waarna het als hotel is geopend. De familie Badrutt blijft loyaal aan haar gasten. Zo wil het verhaal dat een Russische prins, die altijd een vaste gast was in de royal suite, na de Russische Revolutie berooid terugkeerde naar Sankt Moritz in de hoop daar een juwelier te vinden die zijn muntencollectie zou willen kopen. ‘s Avonds keert hij terug naar zijn goedkope pension, waar de eigenaar hem vertelt dat zijn spullen naar het Palace Hotel zijn verhuisd. Als hij Badrutt uitlegt ‘nog geen uur verblijf’ te kunnen betalen, antwoordt de hotelier: ‘Het Palace is vereerd om u als gast te hebben, Uwe Koninklijke Hoogheid’, en de prins verblijft als vanouds in ‘zijn’ suite.
Na de oorlog keren veel koninklijke gasten terug, onder wie de Prins van Wales, later koning Edward VIII, die er komt skiën met vrienden. Misschien is hij wel de Nizam van Hyderabad tegengekomen, de Indiase vorst die volgens The New York Times is gearriveerd met 500 koffers, 35 man personeel en een chef die goudpoeder over zijn curry sprenkelt. In de jaren 20 en 30 begint het Palace Hotel ook beroemdheden te trekken als Marlène Dietrich, Alfred Hitchcock, Coco Chanel en Charlie Chaplin. De Franse krant Le Figaro schrijft in 1931: ‘Het Palace Hotel, met zijn luxe en ligging in het centrum van een droomland, lijkt wel een paleis uit 1001 Nachten! Een koninklijke verblijf gemaakt voor vakantievierende prinsen en aristocratie.’ Nog meer exclusiviteit is te vinden in de als rustieke skihut vermomde eliteclub Corviglia Ski Club, die in 1930 is opgezet door de Hertog van Alba en de Italiaanse prins Di Sangro. Lidmaatschap is alleen op uitnodiging en menig beroemdheid wordt geweigerd.
Grenzeloze luxe
Dat na de Tweede Wereldoorlog de gasten niet langer alleen koninklijk en adellijk, maar ook rich and (not so) famous zijn, levert soms komische situaties op. Een Amerikaanse toerist bijvoorbeeld verwart een jonge koning Peter van Joegoslavië met hotelpersoneel. ‘Waarom wilt u geen fooi aannemen?’, vraagt de man verbaasd. ‘Omdat ik de koning van Joegoslavië ben!’, antwoordt deze.
De Badrutts zorgen ondertussen dat het hun rijke gasten aan niets ontbreekt. Dat begint al bij aankomst: gasten worden bij het treinstation opgehaald door een chauffeur met een Rolls-Royce (van de drie exemplaren heeft het hotel een wagen overgenomen van koningin Elizabeth). En als je als gast aan het schaatsen bent en zin hebt in een drankje, dan komen de obers – ook op schaatsen – de champagne of cocktails serveren. Geen verzoek is te gek (als je maar betaalt), wat op een dag resulteert in een olifant – uit een nabij neergestreken circus – in de lobby. Een gast wil zijn vrouw verrassen voor haar verjaardag… ‘Grenzeloze luxe’, typeert Caspar Badrutt de service van zijn hotel.
Dat geldt ook voor het jaarlijkse ‘feest der feesten’: voor Oud en Nieuw wordt het hotel omgetoverd in een glinsterend droomland met een thema. Prinses Soraya, de tweede vrouw van de sjah van Iran, zal de jaarwisseling van 1958 niet snel vergeten. Ze viert het samen met onder anderen Alfred Hitchcock in het Palace Hotel. Foto’s van de prinses omringd door mannen komen naar buiten, waarop ze direct naar huis wordt geroepen.
De sjah zelf is, met zijn derde vrouw Farah Diba, in de jaren 60 en 70 elke winter een maand lang te vinden in hun 28 kamers tellende chalet Suvretta, dat jarenlang als dependance van het luxe Suvretta Hotel heeft gefungeerd voor prominente Hollywood-sterren als Audrey Hepburn. Farah Diba is nog wel elke ochtend te vinden in het binnen-zwembad van het Palace Hotel. De aankoop van het chalet en regelmatige komst van de sjah poetst de wat verblekende zilverglans van Sankt Moritz weer wat op. Er komen nog wel meer koninklijke gasten, zoals koning Hussein van Jordanië en zijn vrouw koningin Muna, maar het Zwitserse plaatsje wordt in de jaren 60 en 70 vooral overspoeld door jet-setters. Veel royals wijken uit naar andere plaatsen of, zoals de sjah, verruilen luxe hotels voor een luxe privéchalet. Ook prins Bernhard is diverse keren in Sankt Moritz geweest. Zo is hij in 1971, als Juliana met de prinsesjes in Lech aan het skiën is, te gast bij de sjah en keizerin van Iran. Prinses Irene en prins Carlos Hugo brengen in 1965 een bezoek aan het Zwitserse wintersportplaatsje.
Tegenwoordig zijn er steeds minder koninklijke gasten, maar die uit Zweden blijven trouw. Ook de Britse prins Edward en gravin Sophie, en prins Albert van Monaco (als er bobsleewedstrijden zijn) worden nog steeds gesignaleerd in Sankt Moritz, waar de herinnering aan anderhalve eeuw glamour in de Zwitserse bergen nog steeds leeft.